vrijdag 7 juni 2013

Dag 3: Reims - Troyes

Na een lekker en deugddoend ontbijt in het Ibis hotel in Reims, was het tijd om te vertrekken. We moesten het kanaal zien te vinden.
Uiteraard ging dit niet zonder de nodige pech.  Dit keer was Andy aan de beurt. Nog voor we konden starten stond hij met een lekke band.
Wellicht veroorzaakt door een stukje van een eierschaal. We moesten immers dwars door de ontbijtzaal met onze vuile mountainbikes.

Na twee km waren we aan het kanaal.  Op weg naar Condé sur Marne. Omdat we gisteren niet tot daar hadden kunnen rijden, stonden vandaag 40km extra op het programma. Opnieuw 160km dus.
De aanloop echter was prachtig.  Eerst goedlopend asfalt langs autovrije paden, dan grindpaden, dan graspaden. 
Het kanaal stak op geen enkel ogenblik tegen, integendeel. Het was er mooi en rustig en het pad bood voldoende afwisseling. We hielden het tempo vrij laag omdat op het einde van de dag nog heel wat klimwerk zou zijn.


Na een goede 33km verdween het kanaal onder de grond. Wij volgden een bospad en klommen omhoog. We moesten nu enkele drukke verkeersaders over (een route nationale, een TGV lijn en de autostrade). Via Google Streetview had ik wel een alternatief gezien, maar het zou afwachten worden als het effectief zou kloppen.  Het bleek van wel. We moesten enkel 100m langs de Route nationale rijden.
We kwamen terug aan de uitgang van het kanaal.
Tot in Troyes zouden we nu geen water meer zien, behalve hier en daar een rivier die we moesten oversteken.

Na Condé Sur Marne, onze oorspronkelijke slaapplaats, hadden we 40km op de teller. Ik had enkele mooie onverharde stroken gevonden van zo'n 15km lang.  Maar helaas.  De rivieren waren buiten de oevers getreden en de onverharde paden waren overspoeld.
Opnieuw was het zoeken op de kaart naar een alternatief langs rustige wegen en tot overmaat van ramp begon het nog te regenen en er stond een krachtige zijwind.
Gelukkig vonden we rustige wegen en konden we vrij makkelijk navigeren tot Vertus. Daar konden we terug aansluiten op het oorspronkelijke parcours.
Eer we Vertus konden we bereiken hadden we echter een strook in open velden met een strakke wind op de kop van zo'n 5 km. Man man man, beuken was het. Gelukkig zouden we vanaf Vertus de wind in de rug hebben tot Troyes.

We schoten goed op en tegen 11u hadden we al 60km op de teller staan. Binnen een 18-tal km was er een volgend dorp en daar zouden we een lekkere pita eten. Vorig jaar hadden Erik, Andy en Patrick daar gestopt.
Vol goede moed begonnen we aan een lange grasstrook van zo'n 12 km lang. Ik kreeg het lastig, maar heb dan ook een hekel aan grasstroken en als die dan nog eens bergop lopen. Met het nodige gevloek kwam ik er toch weer bovenop en vond ik mijn ritme terug.
Na 2 1/2 dag had ik nog steeds goede benen.
We reden Fère-Champenoise binnen, het laatste redelijke dorp voor we Troyes bereikten. Daarna waren er nog vier kleine dorpjes van 3 keer niets.

Tijd voor pita.  Onderweg had ik nog al lachend gezegd, hopelijk is er geen jaarlijks verlof.  En jawel hoor. De pitabar was gesloten.  Gelukkig was er nog de bar pmu tabac.  We werden er hartelijk ontvangen (en dat is nog licht uitgedrukt). We aten een overheerlijke biefstuk met frietjes en waren klaar voor de laatste 66km.

Het weer was opnieuw wat beter geworden. 
Na ons eten hadden we 16 km asfalt ideaal om de pijnlijke poep terug te laten wennen aan het zadel, de biefstuk te verteren en terug in het ritme te komen.
Bij de een ging dat al vlotter dan de andere.

Na drie dorpjes zouden we ons nog eens wagen aan onverhard. Benieuwd of alles makkelijk berijdbaar zou zijn. Het viel heel goed mee.  Wat volgde waren kilometerslange stroken onverhard tussen akkers en velden.  We hoorden niets van verkeer, enkel het zoeven van enkele windmolens die we voorbij reden.




En hoewel het opgehouden was met regenen lagen de onverharde paden er toch drassig bij. Ploeteren was het niet maar er lag een klein laagje water op de kalkondergrond.
De inspanningen met de halfplatte band van Danny eisten nu zijn tol. Hij zat er door en vroeg hoeveel keer je kon doodgaan. Maar na elke helling was hij niet ver achter en we wachten hem telkens op.  Samen uit, samen thuis.

Nog één dorpje en dan de Voie de Troyes. Ver kon het niet meer zijn. De Voie de Troyes was echter een goede 15km lang en bezaaid met enkele pittige hellingen van 11 à 13%.  Dit was echt genieten voor mij.  De hellingen verteerde ik als bij wonder heel goed. 



De eindmeet kon niet ver meer zijn.  In de verte dook plots Troyes op.  Gedaan met klimmen en modder rond de oren. Maar ook hier zat nog een kleine verrassing in de staart. Een onverharde strook bergop die wel bezaaid was met modder en stenen. Nog een keer doorbijten.

Toen we de stad binnenreden was het tijd voor Andy om zijn GPS aan te leggen richting onze chamre d'hôtes Champagne residence pierre .
Maar eerst moesten we nog een pintje drinken in café marginalis in Troyes.  Het pintje smaakte heerlijk maar hoe kregen we die bazin aan het zwijgen.


Na het pintje was het nog 7 km naar onze slaapplaats.
We werden er ontvangen door een ontvangstcomité in ware Tirol stijl. Na 460 km hadden we ons doel bereikt. Bedankt aan de compagnons voor de drie leuke dagen.




Dag 2: Caudry - Condé Sur Marne -> Reims

Na een rustige nacht in de kamer van de niet-snurkers stonden rond 7u op. Vreemd was het echter toen bleek dat we in plaats van met 4 maar met 3 wakker werden.  Er moest iemand gesnurkt hebben (en het was niet ik). Andy had de slaap niet kunnen vatten en was dan maar in de kelder bij de fietsen gaan slapen. Gelukkig lag er daar nog een matras.

Het weer was bijzonder somber en het was koud. Het enthousiasme om te vertrekken was iets minder dan gisteren maar de gedachte dat we 165km schitterende km's konden bollen maakte veel goed.

Na een stevig ontbijt konden we rustig vertrekken naar Maurois. Een goede 7km losrijden om dan km's lang onverhard te rijden langs akkers in een glooiend landschap.  Alleen van dat losrijden kwam niet zoveel in huis. Het ging direct hard en met snelheden van 34-35km.u ging mijn hartslag voor een eerste keer deze tocht in het rood. Erik had precies niet veel last gehad van die snurker en snokte goed door. Ik kon amper volgen, maar het zal wel aan mij hebben gelegen, want de rest ging vlot mee.
We werden getrakteerd op enkele mooie dreven door nat gras langs koolzaadakkers en holle wegen. Soms werden we op een pittig klimmetje getrakteerd.

Het had afgelopen nacht behoorlijk geregend en de paadjes lagen er glibberig bij.
En plots stonden we weer stil. Opnieuw kettingbreuk voor Danny. We zouden bij de eerste fietsenwinkel moeten stoppen om een nieuwe ketting te kopen. Maar vandaag passeerden we door een verlaten gebied en de kans dat we een fietsenmaker zouden tegen komen was klein.

Misschien wel in Guise, na een 40-tal km.

De weg naar Guise was bijzonder mooi, maar lastig. Op een lange onverharde strook vloog de modder om de oren en bleef de modder overal aan de fiets kleven.  We moesten stoppen om de modder te verwijderen van de fiets.
In Guise zouden we wel een carwash vinden waar we de fietsen konden afspuiten.
Alle hoop lag dus op Guise.  Toen we eraan kwamen na een goede twee uur rijden gingen we informeren bij enkele 'locals'. Het nieuwe dat we kregen was minder goed. De laatste fietsenmaker had er zijn deuren gesloten en een carwash was er enkel met borstels.
Onze fietsen moesten echt wel wat afgespoeld worden. Noodgedwongen staken we de velo's dan maar in de rivier de Oise.



Nu de bikes gewassen en terug wat olie hadden gekregen konden we opnieuw vertrekken. Er volgde nu een heel lange voie verte. Goed voor een uurtje onverhard in een bos langs mooie paden.  Het was genieten voor iedereen.  Het humeur werd beter en het weer leek ook iets beter te worden.

De GPS had vannacht niet helemaal kunnen opladen en dus moesten we wat zuinig zijn en deze geregeld uitschakelen. Na deze lange onverharde strook hadden we wat asfalt, maar telkens weer kregen we korte en nijdige klimmetjes gevolgd door iets langere afdalingen.  Het landschap was eindeloos.  Kilometers lang kwamen we niets tegen.
Danny begon het al raar te vinden dat hier wel wegen liggen, maar geen auto's zijn.

In een klein dorpje waren we met de GPS even het noorden kwijt. We hadden wat tijd verloren en het begon te regenen. Om nog meer ellende te vermijden van plakkerige modder besloten we wat extra asfalt te volgen.  De kaart boven gehaald en een 4-tal dorpjes verder zouden we bij de bakker kunnen stoppen voor een broodje.
Erik wist nog dat de bakker om één uur sloot en dus zouden we ons moeten haasten.

Op een 5-tal km van die bakker werden we opgeschrikt door een luide knal. Alweer pech voor Dany.  Een grote scheur in de buitenband. We stonden daar temidden te velden. Het dichtste dorp lag op 5 km en de dichtste grote stad was Reims op zo'n 70 km.

Ondertussen wel nog steeds gelachen met mijn veel te grote rugzak, die al gevuld was met materiaal van anderen.
 Na een half uur konden we weer verder rijden maar de band van Dany baarde iedereen zorgen. Hij kon maar een goede kilo druk insteken en de scheur was verre van klein te noemen. We zouden moeten verder rijden op asfalt en hopen op een fietsenmaker of een andere redder in nood.
Ondertussen waren we te laat voor de bakker en moesten we nog een 8-tal km verder rijden eer we ons middagmaal konden eten. Het was ondertussen al 15u en normaal moesten we nog een goede 80 km rijden. Met die band van Dany moesten we toch stilaan aan een alternatief beginnen denken om toch nog op onze eindbestemming te raken.
Verschillende opties werden besproken: met de trein tot Condé sur Marne-> probleem waar was er station en wanneer zou er trein zijn.
Met de trein tot Reims, daar een band kopen en verder rijden
Of drie: bellen met Koen Bolle die op terugreis was van Corsica. Misschien kon hij in Reims een band en ketting kopen en die tot bij ons brengen.
We gingen voor optie drie.  Koen was even voor Reims en zou naar Decathlon rijden en dan tot bij ons komen. Ondertussen reden wij met Dany verder richting Reims op het asfalt.


Een iets wisten we zeker. Als we het kanaal richting Reims halen kunnen we rustig verder peddelen.
Nadat ik de kaarten bestudeerd had, de route aangepast, konden we weer verder. Een 15-tal km verder was er een station.
In nood konden we Danny daar nog op de trein zetten.

Ondanks al de miserie werd er niet gezaagd op elkaar. Iedereen zocht naar een oplossing. Op een goede km voor het treinstation begaf de buitenband van Danny het helemaal.
Te voet verder was de enige oplossing.
Na een nieuw telefoontje met Koen zouden we niet zolang moeten wachten.

Rond 17u kwam Koen in het station aan met banden, ketting én taartjes, koekjes en cola. 
We waren gered en konden weer verder. Langs deze weg nog eens hartelijk bedankt Koen en Caroline!!!

Toen we vertrokken was het al bijna 18u. Onze eindbestemming halen op een deftig uur zat er niet meer in.  Erik annuleerde het hotel en we besloten om in Reims een hotel te zoeken.
Op weg naar Reims zouden we ons tot het asfalt beperken tot aan het kanaal. Dat betekende weliswaar wat extra kilometers maar we zouden wat tijd kunnen winnen.

Het was nu opvallend stil in het peloton. De kilometers werden afgemaald, gelukkig met de wind in de rug. 
Zelf kreeg ik het op het laatste klimmetje van de dag lastig.  Het vele stilstaan, de kou en de kilometers hadden geen goed gedaan.
Aan het kanaal gekomen konden we Reims zo binnen rijden.  Dat was echter buiten de slechte weersomstandigheden van de laatste weken gerekend.  Op 6 km voor Reims lag de weg bezaaid met plassen en modder.  Niemand was echt bereid om daar te rijden en zo reden we Reims binnen langs een drukken Route Nationale. 

In het centrum aangekomen moesten we nog een hotel zien te vinden. Op goed geluk reden we richting station. In het Ibis hotel hadden ze nog 4 kamers over. Net genoeg voor ons.
En zo kwamen we moe en na een dag vol miserie om 19u45 in ons hotel aan.

's Avonds hebben we uiteraard een glaasje Champagne gedronken, heerlijk gegeten en nog een kleine stadswandeling gedaan. Even na middernacht lagen we uitgeteld in ons bed.

Madonna - Troyes in drie dagen

Traditiegetrouw trekt de Westhoekmountainbikeclub er elk jaar op uit voor een mountainbikeweekend. Sinds een drietal jaar gaat dit telkens naar Troyes (of eigenlijk Rosières-pres-Troyes). Voor diegenen die Troyes niet direct kennen of weten waar het is. Het is de hoofdplaats van het Franse departement l'Aube in de Champagne regio. De stad ligt, net zoals als Parijs, aan de Seine en wordt door de meesten straal voorbij gereden op weg naar het zuiden. Nochthans het is een mooie stad met heel wat vakwerkhuisjes en smalle straatjes. Met de auto sta je in een kleine 4 uur al in de stad. Dit jaar besloten we om met zijn zevenen met de mountainbike naar Troyes te rijden en dit in drie dagen. Vorig jaar al trokken Erik Eloy, Patrick Maerten en Andy Vanhoutte er naar toe. Ze waren vol lof over het parcours en ik wou die tocht ook wel eens verkennen. Zelf had ik voor een groot deel de tocht uitgestippeld. Met wat sleutelwerk aan het parcours van vorig jaar, kon de route van dit jaar geoptimaliseerd worden. De voorbereidingen verliepen niet vlekkeloos. Problemen met het instellen van de parcours op de GPS en de avond voor vertrek vaststellen dat ik toch wat meer bagage nodig had dan dat ik het eigenlijk zou willen. Maar goed op woensdagmorgen vertrok ik om 7u30 vol goede moed richting Merkem. Daar zou ik Andy Vanhoutte vergezellen en wachten op de 5 andere kompanen die reeds met de fiets van Diksmuide kwamen. Met enige vertraging - goed voor een aperitief 's avonds - vertrokken we even na 8u aan De Kippe.
 
We zien hierboven de groep met vlnr: ikzelf, Andy V., Patrick Vandenberghe, Geert Feryn, Patrick Maerten, Erik Eloy en Dany Bouden. De route van dag 1 liep tot even voorbij Cambrai, naar Caudry en was goed voor een 155km. In het begin zou het vrij rustig zijn met goedlopende paden en na Rijsel enkele kasseistroken en mooie onverharde dreven. Vanaf Steenstraete volgden we het Ieperleekanaal tot Ieper. Helaas moesten we in Boezinge al een eerste stop maken. Danny was lek gereden.

Leuk, want er was meteen al een tweede aperitief mee gewonnen. Vooraf hadden we afgesproken dat de rit geen koers zou zijn, gewoon genieten aan een goed tempo. We reden in Ieper onder de Menenpoort door en zo via Zillebeke vijver naar de Palingbeek. Na Zillebeke een eerste klimmetje. De benen waren in elk geval goed, of ze voelden toch goed aan. Even voorbij Hollebeke volgden we de spoorweg langs een schitterend paadje tot in Houtem. Maar ook hier weer helaas. Dit keer reed Patrick M. lek.



Tien min. later konden we vertrekken, maar 100m verder stonden we weer stil. Opnieuw lekke band van Patrick M. Daar moest nu toch wel een aperitief van komen. Via een fietspad raakten we vrij snel in Waasten en dan reden we Frankrijk binnen. Via het kanaal van de Deule reden we langs een mooi en afwisselend jaagpad. Onder onze wielen gravel. De wind zat goed en we reden constant rond de 28-29km/u. Na 48km reden we Lille binnen. En net voor we Lille binnen reden, weer een klein oponthoud. Patrick Vdb. had last van een bagagerekje dat loskwam. We moesten dwars door Rijsel rijden. Een alternatief was er wel, maar dan hadden we zeker 20 km extra gehad. Gelukkig is er Google Streetmap. Ideaal om je route te plannen en te kijken of de wegen veilig genoeg zijn. Het deed voor mij wat vreemd aan. Ik kwam op plaatsen waar ik nog nooit was geweest en toch herkende ik mij. We passeerden aan de Decathlon en Patrick M. besloot om snel om nog om een nieuwe binnenband te gaan. Je weet maar nooit, en misschien kwamen we niet snel nog een fietsenmaker tegen. In vergelijking met vorig jaar had ik het parcours wat aangepast. De tocht ging nu langs het mooie Lac du Heron. Het was er slalommen langs putten en plassen en joggers. Enkele keren moesten we Dany waarschuwen om goed uit te kijken voor dat vrouwelijk schoon. We reden dorpjes binnen waar je maar één keer op een jaar van hoort. Cysoing, Gruson, Camphin en Pévèle,... jawel bekend van Parijs-Roubaix. In Gruson stopten we bij de bakker voor een belegd broodje en dan was het tijd om verder te rijden. In de verte dook Carrefour de l'arbre op. We reden die weliswaar omgekeerd. Licht bergop, gevolgd door een andere nog zwaardere kasseistrook.
  Het was nog even zoeken en wennen met de GPS-navigatie maar alles verliep vrij vlot. Alleen jammer dat ik verkeerd had ingetekend en we hierdoor maar een deeltje reden van de kassei Duclos-Lasalle. Ik had nog een leuk onverhard pad gevonden. Het was echter minder leuk om er door te rijden: stenen, modder, glijden,... De strook werd gedoopt tot Pavé Bart Rambour. Gelukkig was hier geen aperitief aan verbonden.
 
Al vrij snel kwamen we in Orchies terecht voor alweer een kasseistrook. Aan het begin van de strook nog even gestopt voor een groepsfoto en dan snel weer weg. Na de kasseien werden we getrakteerd op een schitterende voie verte. Een vroegere spoorwegbedding, in het groen en dit voor een goede 18km lang. De voie verte was aangelegd in ternair zand. Schitterend om hier te rijden. Alleen die meidoorns langs de kant waren minder prettig. Op een bepaald moment voelde ik een steek in mijn oog. Meteen straalde mijn oog en moest ik stoppen. Het bleek een doorn te zijn. Na deze korte stop waren we opnieuw vertrokken. Via Erre ging het naar de Pavé Bernard Hinault. Een lange kasseistrook van meer dan 3 km lang die licht helt. Eerst een beetje bergop en dan in dalende lijn. We reden hier om en bij de 36 km/u en het was genieten. Oh ja, we zouden het nog vergeten, maar net voor die kasseistrook hadden we nog maar eens pech. Alweer een bagagerekje dat was afgebroken. Noodgedwongen moesten we dit spanbandjes aan de rugzak van Patrick Vdb. bevestigen. En ja hoor, de pech was nog niet over. Enkele km's voorbij die kasseistrook stonden we weeral aan de kant. Dit keer met een gebroken ketting van Dany. Het aantal apero's was allang niet meer te tellen. Tijd om een taartje te eten om dan nog een 40-tal km door te vlammen. De eerstvolgende onverharde strook begon leuk. Breed en een vrij goede ondergrond. Ze werd echter steeds smaller en eindigen deden we in het lange gras. En dit al voor de 2de keer vandaag. .

Op het einde liep het pad echt wel dood en moesten we een talud opklimmen om terug op de weg te raken. We waren in Denain en het werd hoog tijd om de GPS op te laden. We deden dit in de lokale bar pmu tabac. We werden er goed ontvangen en lieten ons het pintje welgevallen. Ook het tweede pintje liep vlotjes binnen.

 
Toen we buiten kwamen begon het te druppelen. Het was koud en we besloten om toch wat door te geven om droog in het hotel aan te komen. We hadden nu een stuk asfalt en konden even aan 29-30km/u voort rijden. Er kwam nog een mooie, maar lastige kasseistrook aan. Opnieuw een Carrefour de l'arbre maar dit keer Carrefour de l'arbre de la Femme. Slechte kasseien, bergop en dit na goed 120km. We voelden het allemaal wel. De laatste 25km kregen we vaker klimmetjes onder de wielen. Kort maar vrij pittig en dit langs onverharde dreven. Het uitzicht was echter schitterend. Het was genieten tot we in Caudry aankwamen. Na 154km stonden we rond 18u30 aan het hotel en we hadden het droog gehouden. 's Avonds genoten we nog van een lekkere maaltijd in restaurant la bascule en werden we vergezeld met muziek van Michael Jackson. Typisch Frans dus :-) Toen we het restaurant verlieten was er echter minder leuk nieuws. Niettegenstaande we onze fietsen veilig weggezet hadden, was Patrick M. toch zijn hartslagmeter en Patrick Vdb zijn licht gestolen. En toen we in het hotel aankwamen bleek het slot van de kamer van de 'niet-snurkers' kapot. Om half twaalf mochten we de hotelbaas opbellen. Na een halfuur proberen gaf hij de hoop op en kregen we een andere kamer. Alleen jammer dat al onze spullen nu nog in die andere kamer lagen en we aan niets konden. Uiteindelijk was dag 1 toch een echte pechdag geworden. Gelukkig was het parcours heel mooi. Op naar dag 2 morgen. De langste rit met 165 km.

vrijdag 17 mei 2013

Raid Paris-Roubaix VTT

Op zondag 12 mei 2013 werd de 4de editie gereden van de Raid Paris-Roubaix VTT. Een mountainbiketocht over 125km (in de praktijk meestal iets meer) met start in Wallers-Arenberg en aankomst op de bekende piste van Roubaix. Twee jaar terug reed ik ook al deze toertocht, samen met een 15-tal clubleden van Westhoekmountainbike. Door omstandigheden - een beetje een ongelukkig weekend- veel communies, Hemelvaartweekend, ... waren we dit jaar met slechts 4 clubleden. Een kleine groep maar dat maakt het iets makkelijker om langer samen te rijden en te laveren tussen de vele dappere Franse mountainbikers. Omdat start en aankomst niet op dezelfde plaats liggen is het niet evident om het vervoer geregeld te krijgen. Patrick M. en Erik trokken daarom zaterdagavond al met twee auto's naar Roubaix, lieten er eentje overnachten, en keerden met één wagen terug. Zondagmorgen trokken we dan met één auto naar de start in Arenberg. Na de aankomst met de fiets in Roubaix zouden we dan met die 'achtergelaten' auto terug naar de start rijden om die andere 'achtergelaten' auto op te pikken. Het klinkt ingewikkeld maar was het niet. Zondagmorgen vertrokken we even na 6u uit Diksmuide (of de Kippe in Merkem) naar Arenberg. In Arenberg aangekomen was het best wel druk. Auto's met vrouwen -die liever nog een uurtje langer in bed hadden gelegen - minibusjes met begeleiders enz. De start aan de Site Minier d'Arenberg is indrukwekkend. De torens van de mijnschacht waken als het ware over de vele arbeidershuisjes van weleer. Maar goed, na ons te hebben geprepareerd, wat discussie over de juiste bandenspanning en de juiste kleren voor onderweg en het bevestigen van ons nummer konden we rond 8u15 vertrekken. We waren bij de laatste starters. Achter ons zouden nog 50 deelnemers vertrekken. Uiteraard vertrokken we niet vooraleer we een foto hadden genomen bij het monument van Jean Stablinski. Jean wie? Jean Stablinski, was een profrenner is in de jaren '50 en '60 die in zijn jonge jaren nog in de mijn van Wallers had gewerkt. Hij won heel veel wedstrijden in de grote rondes, werd wereldkampioen in 1962 en won de allereerste Amstel Gold Race. Parijs-Roubaix kon hij echter niet winnen. Het was Stablinski die voorstelde om de beruchte passage door het bos van Wallers (officieel: la drève des boules d'Herin) in de kasseiklassieker op te nemen. En ja hoor, meteen na de start doken we de gevreesde kasseistrook door het bos in. 2,4km lang beuken en stoempen. Eerst gaat het licht bergaf en liggen de kasseien er al bij al nog redelijk bij. Daarna gaat het licht bergop en liggen de kasseien steeds verder uit elkaar, de hel is het. Gelukkig zijn we nog fris en onderhouden we een mooi tempo. Bij het verlaten van het bos is er echter weinig tijd om te recupereren. We zijn op een vrij druk moment gestart en de mountainbikers rijden echt als een peloton. De een al meer ervaren dan de ander en dat zorgt voor wat oponthoud en onverwachte uitwijkmanoeuvres. Opvallend ook dat die Fransen meteen de remmen dichtknijpen om door een plas te rijden. We willen dan ook zo snel mogelijk dit peloton achter ons laten. De eerste onverharde stroken zijn bijzonder glibberig, de modder vliegt ons om de oren maar toch rijden we vrij hard. Na 9km komt er weer een lange kasseistrook aan. We rijden op het bultje in het midden maar moeten er telkens af om andere rijders in te halen. Patrick M. voert het tempo op naar 29 à 30km/u. We volgen makkelijk maar toch denk ik dat we iets te voortvarend van start gaan. Elke keer we iemand voorbij willen is het iets harder duwen op het slechte gedeelte van de kasseien. Met die strakke wind in het nadeel gaan we toch wat energie moeten sparen. Maar we zijn nu toch weg uit de drukte. Na een 10-tal km begint het licht te regenen. Veel is het niet, maar voldoende om de kasseien nog iets gladder te maken en kou te krijgen. Op de onverharde stroken is het constant laveren tussen putten, stenen, en andere bikers. Al vrij snel hebben we in Marchiennes de eerste bevoorrading en is het alweer opgehouden met regenen. Het is er bijzonder druk. Naast de mountainbikers zijn er immers vele begeleiders, supporters en inwoners die het spektakel komen aanschouwen. Die bevoorradingen hier zijn niet normaal. Het zijn ware buffetten voor zoetekauwen. Naast sportdrank is er munt, grenadine, water maar de hapjes zijn 'delicieux'. Tafels van 20m volgestouwd met hapjes: Sinaasappels, bananen, snoepjes, chocolade, 10 soorten koekjes, peperkoek, ... En overal worden we bijzonder vriendelijk ontvangen. Een zakdoekje om de modder van het gezicht te vegen, een doekje om je bril te kuisen,... We blijven niet al te lang op die eerste stop want het is koud. Slechts een 10-tal graden en we zijn een beetje nat van de regen en modder. Van Marchiennes gaat het nu zoetjes aan richting Mons-en-Pévèle. Een mooi dorpje op een heuvel met daarrond heel veel kasseistroken en lange onverharde dreven. Vooraf had ik de route al bekeken op google earth en ik wist dat de komende 20 km niet van de poes zouden zijn. We worden geplaagd door een strakke wind op de kop. Op de enige lange asfaltstrook van de dag blaast de wind hard in het nadeel maar het tempo zakt niet echt. Het beukwerk van Patrick M. zorgt ervoor dat ik iets minder goed recupereer en ik krijg het na een 35-tal km even lastig. Nu al. En net nu komt het lastigste deel van de rit eraan. Enkele onverharde stroken van een 2-tal km, meteen gevolgd door een stuk oplopend asfalt. Gelukkig staan er enkele dames te supporteren langs de kant van de weg. Alleen jammer voor hen dat er een plas voor hen ligt waar ik - toevallig of niet- door rij. Hopelijk kom ik die dames straks niet tegen in Roubaix of ik krijg gegarandeerd een emmer water over het hoofd. Even verder kwam ik op het einde van een onverharde strook in de moeilijkheden. Net toen ik links een Franse biker wou voorbijsteken ging die ook naar links. Ik moest van het spoor af tussen grote steenbrokken en landde net niet tussen de pas geplante aardappelen. Ik stond stil, ketting eraf en moest even doortrekken om de drie anderen terug in te halen. Ook Erik kreeg het hier even lastig op die lichte klimmetjes, maar hij beet door. En dan kregen we twee heel lange kasseistroken voorgeschoteld, die enkel onderbroken werden om een geasfalteerde weg te dwarsen. Bovendien ging het licht bergop en zat de wind nog altijd op de kop. Het was de pavé du Bart (jawel), gevolgd door de pavé du nouveau monde. Le pavé du Bart is officieel 400m maar in realiteit goed voor 1100 m. Voor diegenen die de naam niet geloven. Hier de link De pavé du nouveau monde werd door de profs al enkele keren links gelaten omdat de kasseien te slecht liggen. Hier ging mijn hartslag even in het rood en gedurende 200m zette ik me toch even op het kantje. Vreemd want ik had goede benen. En het was nog niet gedaan. Vanaf Bersée ging het bergop naar Mons en Pévèle. Een mooi dorpje, maar veel tijd om te genieten was er niet. De afdaling was oppassen maar toch konden we even de benen laten rusten. Op naar bevoorrading 2. Hier kregen we twee boterhammen en alweer een rijkelijk buffet. Na bevoorrading 2 was het al minder druk van mountainbikers. We bleven maar mensen inhalen en gingen aan een mooi tempo verder. Enkel op die lastige Pevelenberg was het minder leuk omdat we niet konden inhalen. Elke keer ik wou inhalen week een biker links af (jawel die met witte trui op de foto) en moest ik in de remmen. Lastig als je elke keer opnieuw moet optrekken, maar we zijn hier om te genieten. Het is geen wedstrijd. Erik kreeg het stilaan moeilijk en moest telkens een gaatje laten en we waren nog maar halfweg. Het zouden nog lange kilometers worden. Achteraf zou blijken dat hij toch wat ziek was, waardoor hij niet vol kon gaan. Na 80 km kwamen aan Pont Thibaut. een lange strook van zo'n 1500m. De wind zat licht in het voordeel en ik besloot om even goed door te trekken en te voelen hoe de benen nog waren. Aan 33-34km/u stak ik de ene na de andere biker voorbij. Die strook lag me bijzonder goed en ik vond het jammer dat die gedaan was. Tijd genoeg voor een foto: De daaropvolgende strook, zo'n 800 m verder, was echter minder aangenaam. Grote putten, stenen en een smal strookje om op te rijden. Erik kreeg het steeds lastiger en we lieten de 2 Patricks gaan. Ik wachtte Erik op. Nu alleen verder rijden zou immers heel lastig zijn. De onverharde stroken lagen er ook steeds minder goed bij. Daar waar het in begin wat glijden was, zaten we nu wel op droge stroken maar er waren veel putten, tractorsporen en stenen. Hoe dichter we de Belgische grens naderden hoe slechter het lag. Er was nog één bevoorrading in Bouvines maar daarvoor stond ons wel nog een klein klimmetje te wachten. En na 95km voel je dat toch al een beetje aan de benen. Ook hier weer horden supporters met toeters en joelende kinderen en dames maar helaas geen plassen meer. De kasseistroken volgden elkaar steeds sneller op en de asfaltstroken werden steeds zeldzamer. Les pavés Gilbert Duclos Lasalle, pavés de Camphin en Pévèle,... allemaal bekende stroken. Plots zagen we in de verte Carrefour de l'arbre opduiken. Makkelijk te herkennen, het enige huis in een open landschap. De rit naar de beruchte kasseistrook echter was niet van de poes. Slechtlopende grintpaden, bezaaid met lijken van mountainbikers die we, ondanks onze lage snelheid bleven inhalen. En opnieuw een snedige wind. Maar het gaf moed de Carrefour de l'arbre te zien. We kregen op een tiental km. zo'n 6,5 km kasseien. Daarvan 1 5*sterren strook en 4 4*sterrenstroken. De aankomst kon niet ver meer zijn. Alhoewel, Na Carrefour de l'arbre wachtten ons nog een 18-tal km. Even reden we België binnen. De brede onverharde stroken werden heel smalle paadjes tussen de akkers. De landbouwers hadden makkelijkheidshalve het paadje omgeploegd en ingezaaid zodat ze zowel links als rechts van het pad een optimaal rendement zouden hebben. En we hebben het geweten. Erger nog dan de kasseien werden we door elkaar geschud. Mijn handen en polsen begonnen wat pijn te doen maar de benen waren nog bijzonder goed. Ik kreeg het koud door die wind, die gelukkig minder in het nadeel stond dan verwacht. Bij Erik was het vat nu helemaal leeg. Na een laatste plaspauze werden we nog getrakteerd op een dreef waar ze precies grind en stenen op overschot hadden. Het liep voor geen meter. De laatste stroken van de dag waren lastig. Bijzonder hobbelig, heel smal en bezaaid met gras. Voor Erik een marteling. Gelukkig reden we daarna de voorsteden van Roubaix binnen. En dan reden we de piste van Roubaix op. De bel voor de laatste ronde klonk. Nog één rondje en dan remmen toe. Een spurtje hoefde niet. Het was genieten op het bestlopende stuk van de dag. Na 126km aan 22km/u gemiddeld zat de rit erop. Ik had een gemiddelde hartslag van 140/min, goed voor zo'n 5.000kcal. En dan was het tijd voor de legendarische douche. We kregen nog een chti biertje, een broodje en een klein souvenir. Daarna gingen we terug naar de start in Arenberg om de auto op te pikken en terug naar de Westhoek te rijden. Het was leuk en fijn. Hopelijk sta ik er binnen twee jaar opnieuw. En vooral een bijzonder woord van dank voor de drie chauffeurs: Erik, Patrick M. en Patrick Vdb.