vrijdag 17 mei 2013

Raid Paris-Roubaix VTT

Op zondag 12 mei 2013 werd de 4de editie gereden van de Raid Paris-Roubaix VTT. Een mountainbiketocht over 125km (in de praktijk meestal iets meer) met start in Wallers-Arenberg en aankomst op de bekende piste van Roubaix. Twee jaar terug reed ik ook al deze toertocht, samen met een 15-tal clubleden van Westhoekmountainbike. Door omstandigheden - een beetje een ongelukkig weekend- veel communies, Hemelvaartweekend, ... waren we dit jaar met slechts 4 clubleden. Een kleine groep maar dat maakt het iets makkelijker om langer samen te rijden en te laveren tussen de vele dappere Franse mountainbikers. Omdat start en aankomst niet op dezelfde plaats liggen is het niet evident om het vervoer geregeld te krijgen. Patrick M. en Erik trokken daarom zaterdagavond al met twee auto's naar Roubaix, lieten er eentje overnachten, en keerden met één wagen terug. Zondagmorgen trokken we dan met één auto naar de start in Arenberg. Na de aankomst met de fiets in Roubaix zouden we dan met die 'achtergelaten' auto terug naar de start rijden om die andere 'achtergelaten' auto op te pikken. Het klinkt ingewikkeld maar was het niet. Zondagmorgen vertrokken we even na 6u uit Diksmuide (of de Kippe in Merkem) naar Arenberg. In Arenberg aangekomen was het best wel druk. Auto's met vrouwen -die liever nog een uurtje langer in bed hadden gelegen - minibusjes met begeleiders enz. De start aan de Site Minier d'Arenberg is indrukwekkend. De torens van de mijnschacht waken als het ware over de vele arbeidershuisjes van weleer. Maar goed, na ons te hebben geprepareerd, wat discussie over de juiste bandenspanning en de juiste kleren voor onderweg en het bevestigen van ons nummer konden we rond 8u15 vertrekken. We waren bij de laatste starters. Achter ons zouden nog 50 deelnemers vertrekken. Uiteraard vertrokken we niet vooraleer we een foto hadden genomen bij het monument van Jean Stablinski. Jean wie? Jean Stablinski, was een profrenner is in de jaren '50 en '60 die in zijn jonge jaren nog in de mijn van Wallers had gewerkt. Hij won heel veel wedstrijden in de grote rondes, werd wereldkampioen in 1962 en won de allereerste Amstel Gold Race. Parijs-Roubaix kon hij echter niet winnen. Het was Stablinski die voorstelde om de beruchte passage door het bos van Wallers (officieel: la drève des boules d'Herin) in de kasseiklassieker op te nemen. En ja hoor, meteen na de start doken we de gevreesde kasseistrook door het bos in. 2,4km lang beuken en stoempen. Eerst gaat het licht bergaf en liggen de kasseien er al bij al nog redelijk bij. Daarna gaat het licht bergop en liggen de kasseien steeds verder uit elkaar, de hel is het. Gelukkig zijn we nog fris en onderhouden we een mooi tempo. Bij het verlaten van het bos is er echter weinig tijd om te recupereren. We zijn op een vrij druk moment gestart en de mountainbikers rijden echt als een peloton. De een al meer ervaren dan de ander en dat zorgt voor wat oponthoud en onverwachte uitwijkmanoeuvres. Opvallend ook dat die Fransen meteen de remmen dichtknijpen om door een plas te rijden. We willen dan ook zo snel mogelijk dit peloton achter ons laten. De eerste onverharde stroken zijn bijzonder glibberig, de modder vliegt ons om de oren maar toch rijden we vrij hard. Na 9km komt er weer een lange kasseistrook aan. We rijden op het bultje in het midden maar moeten er telkens af om andere rijders in te halen. Patrick M. voert het tempo op naar 29 à 30km/u. We volgen makkelijk maar toch denk ik dat we iets te voortvarend van start gaan. Elke keer we iemand voorbij willen is het iets harder duwen op het slechte gedeelte van de kasseien. Met die strakke wind in het nadeel gaan we toch wat energie moeten sparen. Maar we zijn nu toch weg uit de drukte. Na een 10-tal km begint het licht te regenen. Veel is het niet, maar voldoende om de kasseien nog iets gladder te maken en kou te krijgen. Op de onverharde stroken is het constant laveren tussen putten, stenen, en andere bikers. Al vrij snel hebben we in Marchiennes de eerste bevoorrading en is het alweer opgehouden met regenen. Het is er bijzonder druk. Naast de mountainbikers zijn er immers vele begeleiders, supporters en inwoners die het spektakel komen aanschouwen. Die bevoorradingen hier zijn niet normaal. Het zijn ware buffetten voor zoetekauwen. Naast sportdrank is er munt, grenadine, water maar de hapjes zijn 'delicieux'. Tafels van 20m volgestouwd met hapjes: Sinaasappels, bananen, snoepjes, chocolade, 10 soorten koekjes, peperkoek, ... En overal worden we bijzonder vriendelijk ontvangen. Een zakdoekje om de modder van het gezicht te vegen, een doekje om je bril te kuisen,... We blijven niet al te lang op die eerste stop want het is koud. Slechts een 10-tal graden en we zijn een beetje nat van de regen en modder. Van Marchiennes gaat het nu zoetjes aan richting Mons-en-Pévèle. Een mooi dorpje op een heuvel met daarrond heel veel kasseistroken en lange onverharde dreven. Vooraf had ik de route al bekeken op google earth en ik wist dat de komende 20 km niet van de poes zouden zijn. We worden geplaagd door een strakke wind op de kop. Op de enige lange asfaltstrook van de dag blaast de wind hard in het nadeel maar het tempo zakt niet echt. Het beukwerk van Patrick M. zorgt ervoor dat ik iets minder goed recupereer en ik krijg het na een 35-tal km even lastig. Nu al. En net nu komt het lastigste deel van de rit eraan. Enkele onverharde stroken van een 2-tal km, meteen gevolgd door een stuk oplopend asfalt. Gelukkig staan er enkele dames te supporteren langs de kant van de weg. Alleen jammer voor hen dat er een plas voor hen ligt waar ik - toevallig of niet- door rij. Hopelijk kom ik die dames straks niet tegen in Roubaix of ik krijg gegarandeerd een emmer water over het hoofd. Even verder kwam ik op het einde van een onverharde strook in de moeilijkheden. Net toen ik links een Franse biker wou voorbijsteken ging die ook naar links. Ik moest van het spoor af tussen grote steenbrokken en landde net niet tussen de pas geplante aardappelen. Ik stond stil, ketting eraf en moest even doortrekken om de drie anderen terug in te halen. Ook Erik kreeg het hier even lastig op die lichte klimmetjes, maar hij beet door. En dan kregen we twee heel lange kasseistroken voorgeschoteld, die enkel onderbroken werden om een geasfalteerde weg te dwarsen. Bovendien ging het licht bergop en zat de wind nog altijd op de kop. Het was de pavé du Bart (jawel), gevolgd door de pavé du nouveau monde. Le pavé du Bart is officieel 400m maar in realiteit goed voor 1100 m. Voor diegenen die de naam niet geloven. Hier de link De pavé du nouveau monde werd door de profs al enkele keren links gelaten omdat de kasseien te slecht liggen. Hier ging mijn hartslag even in het rood en gedurende 200m zette ik me toch even op het kantje. Vreemd want ik had goede benen. En het was nog niet gedaan. Vanaf Bersée ging het bergop naar Mons en Pévèle. Een mooi dorpje, maar veel tijd om te genieten was er niet. De afdaling was oppassen maar toch konden we even de benen laten rusten. Op naar bevoorrading 2. Hier kregen we twee boterhammen en alweer een rijkelijk buffet. Na bevoorrading 2 was het al minder druk van mountainbikers. We bleven maar mensen inhalen en gingen aan een mooi tempo verder. Enkel op die lastige Pevelenberg was het minder leuk omdat we niet konden inhalen. Elke keer ik wou inhalen week een biker links af (jawel die met witte trui op de foto) en moest ik in de remmen. Lastig als je elke keer opnieuw moet optrekken, maar we zijn hier om te genieten. Het is geen wedstrijd. Erik kreeg het stilaan moeilijk en moest telkens een gaatje laten en we waren nog maar halfweg. Het zouden nog lange kilometers worden. Achteraf zou blijken dat hij toch wat ziek was, waardoor hij niet vol kon gaan. Na 80 km kwamen aan Pont Thibaut. een lange strook van zo'n 1500m. De wind zat licht in het voordeel en ik besloot om even goed door te trekken en te voelen hoe de benen nog waren. Aan 33-34km/u stak ik de ene na de andere biker voorbij. Die strook lag me bijzonder goed en ik vond het jammer dat die gedaan was. Tijd genoeg voor een foto: De daaropvolgende strook, zo'n 800 m verder, was echter minder aangenaam. Grote putten, stenen en een smal strookje om op te rijden. Erik kreeg het steeds lastiger en we lieten de 2 Patricks gaan. Ik wachtte Erik op. Nu alleen verder rijden zou immers heel lastig zijn. De onverharde stroken lagen er ook steeds minder goed bij. Daar waar het in begin wat glijden was, zaten we nu wel op droge stroken maar er waren veel putten, tractorsporen en stenen. Hoe dichter we de Belgische grens naderden hoe slechter het lag. Er was nog één bevoorrading in Bouvines maar daarvoor stond ons wel nog een klein klimmetje te wachten. En na 95km voel je dat toch al een beetje aan de benen. Ook hier weer horden supporters met toeters en joelende kinderen en dames maar helaas geen plassen meer. De kasseistroken volgden elkaar steeds sneller op en de asfaltstroken werden steeds zeldzamer. Les pavés Gilbert Duclos Lasalle, pavés de Camphin en Pévèle,... allemaal bekende stroken. Plots zagen we in de verte Carrefour de l'arbre opduiken. Makkelijk te herkennen, het enige huis in een open landschap. De rit naar de beruchte kasseistrook echter was niet van de poes. Slechtlopende grintpaden, bezaaid met lijken van mountainbikers die we, ondanks onze lage snelheid bleven inhalen. En opnieuw een snedige wind. Maar het gaf moed de Carrefour de l'arbre te zien. We kregen op een tiental km. zo'n 6,5 km kasseien. Daarvan 1 5*sterren strook en 4 4*sterrenstroken. De aankomst kon niet ver meer zijn. Alhoewel, Na Carrefour de l'arbre wachtten ons nog een 18-tal km. Even reden we België binnen. De brede onverharde stroken werden heel smalle paadjes tussen de akkers. De landbouwers hadden makkelijkheidshalve het paadje omgeploegd en ingezaaid zodat ze zowel links als rechts van het pad een optimaal rendement zouden hebben. En we hebben het geweten. Erger nog dan de kasseien werden we door elkaar geschud. Mijn handen en polsen begonnen wat pijn te doen maar de benen waren nog bijzonder goed. Ik kreeg het koud door die wind, die gelukkig minder in het nadeel stond dan verwacht. Bij Erik was het vat nu helemaal leeg. Na een laatste plaspauze werden we nog getrakteerd op een dreef waar ze precies grind en stenen op overschot hadden. Het liep voor geen meter. De laatste stroken van de dag waren lastig. Bijzonder hobbelig, heel smal en bezaaid met gras. Voor Erik een marteling. Gelukkig reden we daarna de voorsteden van Roubaix binnen. En dan reden we de piste van Roubaix op. De bel voor de laatste ronde klonk. Nog één rondje en dan remmen toe. Een spurtje hoefde niet. Het was genieten op het bestlopende stuk van de dag. Na 126km aan 22km/u gemiddeld zat de rit erop. Ik had een gemiddelde hartslag van 140/min, goed voor zo'n 5.000kcal. En dan was het tijd voor de legendarische douche. We kregen nog een chti biertje, een broodje en een klein souvenir. Daarna gingen we terug naar de start in Arenberg om de auto op te pikken en terug naar de Westhoek te rijden. Het was leuk en fijn. Hopelijk sta ik er binnen twee jaar opnieuw. En vooral een bijzonder woord van dank voor de drie chauffeurs: Erik, Patrick M. en Patrick Vdb.