donderdag 25 september 2014

Ardennenoffensief

Op voorstel van Jeroen Hansens en Eline Kino trokken we halfweg september voor het eerst naar Transinne op Ardennenoffensief.  We logeerden in een dortoir, voorzien op verenigingen.

Op vrijdag kwamen we allen in verspreide slagorde aan in het logies.  Sommigen hadden onderweg al kunnen genieten van een aperitiefje in de auto, anderen moesten wachten tot bij aankomst.  Het weer was schitterend: zon en windstil en bovendien had het de weken vooraf amper geregend.

Met 20 waren we voor het weekend en het beloofde gezellig te worden. Al meteen bij het aperitief op vrijdagavond zat de sfeer er goed in.  Om 21u was het tijd voor het avondmaal.  Een stevige portie pasta met zalm en spinazie.  Krachtvoer voor een mountainbiker.
Steven D. moest even wachten op het eten maar dat mocht de sfeer niet beletten. Rond middernacht was het bedtijd.  En dat beloofde wat te worden.  Wie zou als eerste snurken? We sliepen immers met een 12-tal in een slaapzaal. 

Al bij al viel het nog goed mee en zo kon iedereen fris en monter op zaterdag, en na een stevig ontbijt, vertrekken. 
De tracks waren op de GPS geïnstalleerd maar de Garmin navigators reden de rit blijkbaar omgekeerd en zo kregen de mio gebruikers telkens de melding dat we moesten omkeren. Maar goed, we begonnen meteen met een stevige klim op het asfalt. Ideaal om op te warmen.
Daarna doken we vrij snel het bos in om er pas helemaal op het einde van de rit terug uit te komen.

De voorzitter moest omwille van zijn ernstige verkoudheid vrij snel de brui aan geven en koos voor rustiger rit op de weg.  Franky V. hield even vol maar de Limoncello zorgde er toch voor dat het niet super ging.
We reden in dalende lijn en kwamen algauw aan de oevers van de Lesse terecht.  Het kwam mij hier en daar bekend voor van vroegere ritten.

Na de Lesse volgde een lange maar vrij rustige klim aan 5 à 6%.  Uiteindelijk kwamen we aan een afdaling met vrij grote stenen terug naar de Lesse. Daarna ging het via de dorpjes Lesse en Our terug het bos in.  Niettegenstaande we vrij laag bleven was het af en toe toch eens klimmen en dat afgewisseld met een wortelpassage langs de rivier. We reden eigenlijk nooit ver weg van ons logement maar toch was het genieten van begin tot einde. We kwamen in het boekendorp Redu en klommen daarna terug het dal uit en via het bos terug naar ons logement.

Na het middagmaal wachtte ons een iets steviger tocht van een goede 50 km.   De eerste kilometers gingen in dalende lijn via een stukje asfalt en bospaden.  Even reden we naast de autosnelweg maar algauw doken we definitief de bossen in tot op het einde van onze rit. We reden langs enkele kweekvijvers en daarna begon een steile asfaltklim.  Helaas waren we verkeerd en moesten we terug naar beneden.
Meteen daarna moesten we in een single track naar boven klimmen.  Het pad lag bezaaid met stenen en dat zal Rik geweten hebben.  Zijn voorwiel stuiterde op een steen en Rik maakte een tuimelperte.  Gelukkig zonder erg.
We reden nu aan de rand van Mirwart en kwamen in een iets opener landschap. We hadden een lange klim van een 4-tal km voor de boeg met pieken tot 11%.  Goed te doen. Hier en daar een mooi uitkijkpunt.  In de afdaling viel Patrick Vdb plat.  De lekke band was de gelegenheid voor de dames om rustig verder te rijden.  Onder het motto ze halen ons straks toch wel weer in, naast de dames volgden nog een 4-tal anderen.  In Mirwart moesten we aan het kasteel een smalle single track induiken. Het kasteel van Mirwart ligt bij St. Hubert, niet ver verwijderd van Jemeppe. Het is gebouwd op de top van een stevige rotsheuvel in de Belgische Ardennen en kent een rijke en rumoerige geschiedenis die al in de 10e eeuw begint. Het heeft regelmatig onderdak geboden aan de latere leider van de Eerste Kruistocht, Godfried van Bouillon. (1060-1100), die in Jeruzalem de dood vond. Na de Middeleeuwen krijgt het kasteel van Mirwart zijn huidige romatische vorm, bekroond met een grote verbouwing in 1710.  Momenteel is het wat vervallen, maar het wordt volledig gerestaureerd en omgebouwd tot een hotel.  Misschien een idee voor een toekomstig clubweekend?
De single track was moeilijk te vinden, maar wat volgde was een mooie afdaling met enkele heel korte haarspeldbochten.  Sommige waren zo nauw dat ze nauwelijks in een keer te nemen waren en bovendien loerde naast ons de afgrond. Het was uitkijken tot aan de rivier.

Daarna volgde de langste klim van de dag.  Een 5-tal km aan 6 à 7% onverhard. Eerst langs een rivier daarna onverhard een bos in. Voor enkelen was het even doorbijten, maar dat het mooi was, dat was duidelijk. Even kwamen we in een open heidegebied midden het bos.

Daarna volgde een afdaling en werden we geconfronteerd met een gesloten hekken. De route was echter langs daar en dus openden we het hek. We deden dit ook keurig terug dicht en zorgden nog voor enkele extra takken zodat de poort goed dicht bleef voor de achterkomers. 
We kwamen nog een tweede poort tegen, maar konden deze niet barricaderen omwille van enkele wandelaars. Jammer!

We zaten nu echt diep in de bossen en reden langs paden die nauwelijks bereden werden.  Daarna moesten we langs een single track langs het spoor en langs de andere kant terug.  We zouden nu vast en zeker de anderen tegen komen. Maar toch niet.

Plots kregen we op een 50-tal meter voor ons een everzwijn te zien, midden op ons pad. Het was even wachten of er nog evers in de omtrek waren, maar gelukkig geen andere te zien en zo konden we verder rijden.  Bij sommigen werd het knap lastig maar we bleven verder ons tempo rijden. 
Een laatste klimmetje en nog even genieten van enkele Galloway-runderen en we kwamen via de open vlakte terug in Transinne.



weekend voor het goede doel

Het weekend werd er eentje in het teken van het goede doel. Op zaterdag 13 september stonden we met 6 clubleden aan de start van de North Sea challenge, een tocht die geld inzamelde om de vervuiling van de zee in te perken.

De North Sea challenge was een tocht van 70 km van De Panne tot Knokke op het strand. Samen met de clubleden reden we van Diksmuide naar De Panne bij wijze van opwarming.
Ikzelf reed van thuis naar Diksmuide om daar de clubleden te vergezellen.  Aan een heel rustig tempo en vrij frisjes tot aan de Ijzertoren. 
Van aan de IJzertoren reden we via de vroegere spoorwegbedding Diksmuide-Nieuwpoort via Pervijze. We voelden nu al een vrij strak windje licht op de kop.  In Booitshoeke ging het tempo de hoogte in en reden we aan 34-35km/u in snelvaart naar Veurne.  Het ging vrij vlot en ik voelde me goed.

Na Veurne reden we via de grote weg naar het strand van De Panne.  Een kwartiertje voor de officiële start om 11u.  Tijd genoeg voor een interview en foto voor de krant.
Aan de start in De Panne

Met een kwartiertje vertraging konden we dan eindelijk van start. Wandelaars, mensen op koersfiets, joggers,... enfin alles door elkaar.
Net voorbij de start was er al verwarring.  De speaker zei fietsers gaan rechts, wandelaars links.  Wij dus rechts weg tot een enthousiaste medewerker plots door had dat we links meteen het strand op moesten.
De wind zat pal op de neus en zo zou het blijven tot in Knokke.
Tot in Nieuwpoort deden de clubleden nog het nodige kopwerk en in hun kielzog zat ondertussen een vrij omvangrijk peloton  Het was duwen en trekken en na elk klein obstakel moest een spurtje geplaatst worden om je plaatsje vast te houden.

Tot in Nieuwpoort, waar we het strand moesten verlaten, bleef dit peloton samen.  Zelf was ik wat te snel aan het rijden en dus besloot ik om de eerste bevoorrading over te slaan en rustig op mijn eigen tempo verder te rijden.  In Westende moesten we terug het strand op en ik voelde nu pas hoe hard de wind aan het blazen was.  Eens je alleen zit was het stoempen.

De clubleden die stopten aan de bevoorrading zag ik in de verte komen en ik besloot hen op te wachten.  Zij waren ondertussen goed op dreef en met 18km/u reden we richting Middelkerke.  Voor mij was dit echter een tandje te rap en ik liet hen gaan.
De golfbrekers in Middelkerke waren vrij hoog en elke keer moest je een goede aanloop nemen om erover te komen en dat vergde kracht.

In Oostende moesten we van het strand.  Ik zat alleen en fietsers voor of achter mij waren niet langer te bespeuren.  In Oostende raakte ik het spoor bijster maar ik wist gelukkig vrij goed de weg. En zo kwam ik Luc Coupillie terug tegen.  We reden samen tot in Bredene waar we de andere clubleden aan de bevoorrading vonden.
Het zand lag nu niet zo lekker en het bolde niet zo goed.  Het was nu tot Blankenberge eer we nog eens een klein stukje asfalt onder de wielen kregen.

Ik raakte alleen en wou me laten uitzakken tot een groepje maar niemand in de verste verte te zien.  Het was stoempen en afzien.  Ik was dan ook maar wat blij toen ik in Blankenberge aankwam.  Om niet al teveel tijd te verliezen was ik de bevoorradingen voorbij gereden.
In Blankenberge verloor ik het parcours en zo kwam het dat ik verkeerd reed.  In Zeebrugge kwamen we allemaal terug samen.  Iedereen voelde de benen al goed verzuurd.


Afzien op het laatste deel tegen de wind

Heerlijk onder de pier in Blankenberge

Rik Demey in actie
In Heist kreeg Rik te kampen met krampen en ook Luc kreeg het even lastig.  De laatste strandstrook van Heist tot La zoute zou afzien worden.
Luc moest een gaatje laten en de snoodaards die voorop reden lieten hem bijkomen tot op 10 meter en trokken dan opnieuw door.
Zelf wou ik nog mijn deel van het werk doen met Rik maar ook ik zat er goed door.  Op een hobbelige zandstrook moest ik hen laten gaan.
Uiteindelijk kwam ik nog een 5-tal minuten later aan dan de rest.

Snel 2 halve liters in een café en dan huiswaarts in de koffer.   Het was een ervaring, maar niet voor elk jaar.



De zondag stonden we aan de start in de Lovie, tvv tandemfietsen voor de bewoners.  Het beloofde een mooie tocht te worden.  Benieuwd of de benen goede gerecupereerd waren na die toch wel zware tocht van gisteren.
Aanvankelijk ging het vrij rustig door het domein en jawel, na 500m reden we al een eerste keer verkeerd door de enthousiaste Patrick M. Via mooie kerkwegels in en rond Proven werd het tempo geleidelijk aan opgedreven.  Maar ik voelde dat de benen goed gerecupereerd waren en kon mijn deel van het kopwerk doen.

Na de bevoorrading kwam een vrij lange en lastige strook rond de Wippehoek.  Een strook die ik vrij goed ken en dus kon ik even testen.  Het ging goed en vlot.  In Westvleteren lag het tempo hoog en onverhard reden we rond de 30 km/u.  Plots vloog Patrick C. uit een spoor en kwam ten val. Patrick M. deed er alles aan om nog te ontwijken maar ging over het stuur en kwam hard op de fiets van die andere Patrick terecht.  Pijnlijke  ribben, een gebroken helm  en een pijnlijke duim waren het gevolg.  De omstaanders wilden al direct de pechdienst bellen maar Patrick was een Flandrien en koos ervoor om verder te rijden.

Gas geven in de Sint-Sixtusbossen met op de actergrond Koen Bolle en Patrick Colpaert

Laatste duwtje in het domein De Lovie

Koen B., Patrick C. en ikzelf reden nu nog met z'n 3 verder.  Ik voelde me goed en wou het tempo wat de hoogte injagen.  Het ging goed tot ik even verkeerd reed.  Net op dat ogenblik zat een groepje snelle mannen bij ons.  Het sein voor Koen en Patrick C. om aan te sluiten.
Ik reed nog volle bak aan 37-38 km/u maar kwam amper dichter op hen.  We reden het domein van De Lovie binnen waar ons nog een schitterend parcours stond te wachten.  In een boomgaard zag ik plots Koen B. staan hij was Patrick C. verloren die geropen had dat hij plat stond.

De wheelie van Andy V.
Een smoesje was het geweest om de kloof te kunnen maken. Koen en ikzelf reden zelf naar de finish waar de liefhebbers konden genieten van een trappist van Westvleteren.
Onze verkouden voorzitter


maandag 15 september 2014

Zomerse rit met club

Bij gebrek aan toertochten in de omgeving gaan we op 20juli met de club voor een lokale rit.  Ik kies ervoor om van thuis uit te vertrekken naar het clublokaal in Beerst en dan terug te keren. 
Het weer is rustig en we rijden richting Ichtegem en Gistel. Een makkelijk parcours en de benen voelen bijzonder goed. Lang geleden dat ik nog eens zo soepel draaide en dit met een heel lage hartslag.

Die nieuwe bike doet tocht wonderen.

Uiteindelijk kom ik thuis met 76 km en dit aan een gemiddelde van net geen 28km/u en een gemiddelde hartslag van 139 HR/min.  Enkele maanden terug zou dit zeker zo'n 165 HR/min geweest zijn.


De week daarop trek ik met enkele vroegere collega's naar Limburg.  Het moet een rustig fietsweekend worden en dat is het ook geworden.  Vanuit Tongerlo(Bree) trokken we de zaterdag met stralend weer naar Thorn.  We reden hiervoor langs schitterende wegen en langs de mooie Maas.  Het was genieten.  Zalig weer, een goed uitgebouwd netwerk en af en toe een terras.

In de namiddag reden we nog rond in de omgeving van Meeuwen-Gruitrode.  Op de kaart stonden enkele hellingen aangeduid.  Helaas hebben we deze nooit gemerkt. Een kleine bult meer was het niet.
Op zondag reden we terug met de fiets langs het netwerk tot in Mechelen.  Goed voor een rustig ritje aan een 25 km/u langs het netwerk.  Heel mooi uitgewerkt reden we via Peer naar Leopoldsburg.  Hier moesten we een 7-tal km langs een drukke baan langs het militaire domein. Toegegeven het heeft iets de grootsheid van dit domein.

Daarna ging het via bijzonder mooie en rustige wegen naar Tessenderlo. Vanaf dan reden we in het groen tussen bossen tot in Averbode.  Toch nog even klimmen vandaag.  Ik herinnerde me mij nog uit een ver verleden dat je hier iets kon eten maar nu vonden we niets terug en dus moesten we verder rijden. Via de Demer reden we naar Aarschot.  Een mooi pad met het nodige bochtenwerk en variatie. 
Na een lekkere spaghetti ging het naar Mechelen.  We kregen berichten dat het in West-Vlaanderen al goed aan het regenen was en dus zorgden we voor een goed tempo zodat we droog aan het station zouden we kunnen arriveren.

De wind blaasde aardig op de kop en het pad langs de Dijle was recent voorzien van een nieuw laagje gravel.  Het bolde dan ook niet vlot.  Gelukkig konden we na 120km aan 23km/u gemiddeld terug op de trein naar huis.  We hielden het droog.

Rustige bergrit

Het is duidelijk verlof en we zijn dan ook met weinig clubleden wanneer we afspreken in Kemmel voor een ritje in het Heuvelland. 
Het weer is vrij fris en de onverharde wegen, die normaal kurkdroog zouden moeten zijn, zijn vrij zompig.  Ploeteren is het niet maar het is wel een plakkerige brij.

Voor de gelegenheid nog eens de oude VTT van stal gehaald.  Het is toch weer wennen om met zo'n kleine wielen te rijden.  De positie zit ook niet zo goed. Maar goed, het lukt vrij aardig.

We rijden richting Catsberg en aan een gezapig tempo klimmen we naar boven.  We worden echter gehinderd door een loopwedstrijd op en rond de Catsberg en kunnen zo niet makkelijk doortrekken naar boven. Maar we zijn hier om te genieten en doen dat dan ook.

Uiteindelijk komen we na 38km en een gemiddelde van 18km/u terug aan in Kemmel.  Een klimmer zal ik toch nooit worden want de tikker gaat bij de minste beklimming de hoogte in en de benen lopen snel vol bij de minste klim.
Blijven trainen dus.

toertocht Westrozebeke

Vorig jaar miste ik nog de marathonrit in Westrozebeke.  Niet goed gelet op de kalender en was een week te laat.  Dit jaar stond ik er wel.

Het zou na Beerst-Troyes mijn eerste marathon worden.  Nadat ik de nachtshift had gedaan vertrok ik van thuis uit om 11u.  Het parcours passeerde vlakbij mijn deur en zo kon ik inpikken en dan inschrijven in Westrozebeke.
Het liep goed, mooi weer, weinig wind en weinig volk.  Logisch als je inpikt bijna aan de finish.
Na goed 12 km stond ik al aan de start en kon ik verder.  Vrij snel ging het richting Sleihage en Hooglede.  Een stukje waar we niet zo vaak rijden maar er is ook niet heel veel onverhard.  Het tempo zat er dan ook goed in, continu rond de 28 km/u en dat zonder ook maar de minste inspanning.

Even ging het tot bijna in Lichtervelde en kwam ik langs onverharde paden die ik vroeger bijna wekelijks reed toen ik daar nog woonde.  Nu was het een eeuwigheid geleden en was het wel even leuk.  Behalve dan die hond die nog altijd los rondloopt op de hoeve.

Na een 50-tal km ging het richting Zonnebeke en ook hier weer vrij veel asfalt onder de wielen. Ik trok het tempo nog wat hoger.  Aan de bevoorrading werd ik immers gezegd dat ik wellicht laatste was voor de grote afstand.  Ik wou me dan ook haasten om nog iemand in te halen en zeker op tijd te zijn voor de laatste bevoorrading.  Er zaten echter enkele lastige stroken tussen.  Een lange weidedoorsteek, wat klimwerk rond Polygonebos en de Reutel.  Eindelijk kwam ik iemand tegen en er volgden er nog. 
Na 90km zat ik nog goed fris en ik besloot om even goed door te trekken tot thuis.  Maar helaas.  Een grote steen maakte snel een einde aan mijn tocht.

Een biker voor mij raakte de rand van die steen die sprong op en ik kon hem niet meer ontwijken.  Het gevolg was een kapotte derailleur, gescheurde buitenband.  Gelukkig kon ik nog traag verder rijden tot Langemark.
Een mooie leuke tocht, alleen jammer van die stenen.