maandag 19 januari 2015

De heuveltjes van Erika

Het wordt stilaan een klassieker, de heuveltjes van Erika in Klerken, midden januari.  Traditioneel heb ik dan telkens een dip wanneer het op mijn fysieke conditie aankomt.  Nog nooit heb ik deze tocht gereden zonder uitgeput aan de finish te komen. De toch ligt mij nu eenmaal niet.  En toch ga ik er elk jaar naar toe.  Uit sympathie voor de club, omdat het dicht bij is en omdat er elke keer wel iets speciaal te beleven valt.

Gisteren was het dan zover en vertrok ik thuis met een propere mountainbike in de lichte regen naar Klerken met de wind in de rug. Na de inschrijving vertrokken we vanop het dorp op de heuvel voor een eerste onverhard.  Meteen was het duidelijk dat dit geen droog ritje zou worden. De regen van de afgelopen nacht maakte dat het parcours er bijzonder glad bij lag.
Al meteen in de eerste onverharde strook lag ik tegen dek en moest ik achtervolgen op groep. Een spurtje en even voor de Steenstraat, een lange kasseistrook, was ik weer mee.

Kasseien en bergaf rijden dat ging vlot en ik nam de kop over, daarna zou ik mij terug weg steken. Wat volgde was een vrij lange strook asfalt tegen de wind richting Zarren. Daarna volgde een klim op asfalt. Ik wist al dat het bijten zou worden om aan te klampen want het tempo lag toch vrij hoog.  Het lukte maar eenmaal boven moesten we rechts een onverharde dreef in en mijn achterwiel glipte weg. Ik kon nog net corrigeren maar de vogels waren gaan vliegen.  We moesten nu door een drassige weide bergaf en daarna terug naar boven. Er waren twee opties: ofwel keihard rijden om het gat te dichten ofwel op eigen tempo verder rijden en mij niet opblazen.  Ik opteerde voor het tweede en zag hen steeds voor mij uit rijden en de kloof werd zelfs kleiner.
In Houthulst doken we een lange smerige onverharde dreef in.  Net toen ik een jongetje wou inhalen, besliste deze om van spoor te veranderen. Ik moest in de remmen en uitwijken. Gevolg opnieuw tegen dek.

Toen ik aan de eerste bevoorrading kwam, wou ik niet langs stoppen om geen koud te krijgen.  Snel een drankje en dan terug verder. Na het centrum van Houthulst moesten we via een drassige weide naar het bos van Houthulst.  De ketting begon wat tegen te pruttelen maar schakelen lukte nog vrij aardig. Ondertussen was Patrick C. komen aansluiten en draaiden we een lange onverharde strook in. Eerst stenen en daarna een prive bos in.  Ik wist dat ik hier moest zien om mee te zijn want even verder was inhalen bijna onmogelijk. Helaas! Een steentje zat vast in mijn derailleurwieltje en zo moest ik aan de kant.
De andere clubleden reden voorbij en opnieuw zat ik alleen.  Ik zou er alles aan doen om hen in te halen in de lange onverharde strook en gooide het gashendel helemaal open.  Ze waren echter vrij ver voor en het duurde tot de tweede bevoorrading eer ik hen terug zag.

Na de bevoorrading werd snel doorgereden en ik moest toch even bekomen en hen laten gaan.  Op het crossparcours in Houthulst zou ik terug volle bak rijden om de kloof te dichten. Ik werd echter even op gehouden door iemand die voor mij viel en het was pas bij het uitrijden van Houthulst richting de klim van Klerken dat ik de anderen terug zag rijden.  Ik kwam tot op 20 m maar kreeg het gaatje niet gedicht.
Na een passage door een serre en glibberige afdaling kregen we een jenever aan de Vredesmolen. Ik had Koen B. en Patrick C. terug ingehaald.  Nog drie km en een lastige strook.
In die lange strook leek ik maar geen grip te krijgen en vond ik niet het juiste spoor. Opnieuw moest ik eraf en ik besloot om rustig uit te bollen.

Het was ijskoud en het regende nu vrij hard door.  Helemaal onder de modder en nat was het tijd voor après. Dit had ik beter niet gedaan. De terugweg met wind op kop in de regen waren heel lastig.  En ik had het ook bijzonder koud.  Thuis gekomen kon ik amper mijn overtrekschoenen nog uitdoen van de verkleumde vingers.
Maar al bij al genoten van de leuke tocht.

Volgende week toertocht in Moorslede, hopelijk met beter weer.

dinsdag 13 januari 2015

2014 een terugblik

Ja we zijn ondertussen al enkele weken ver in het nieuwe jaar en tijd om de balans op te maken van het mountainbikejaar 2014.
Voor mij is het een jaar geworden met 2 zijden.  Aan het begin van 2014 vlotte het rijden voor geen meter en was de conditie slecht (om niet te zeggen ondermaats).  Vanaf april werd het echter steeds maar beter en werden de kilometers steeds vlotter afgemaald.
Niet dat gemiddelden alles zeggen maar het geeft toch een beeld.  Tot april reed ik toertochten aan gemiddeldes van 21-22km/u.  Later op het jaar haalde ik al gemiddeldes van 24km/u en soms zelfs 25km/u en meer.
De nieuwe fiets met grotere wielen zal er ongetwijfeld ook van aan de basis hebben gelegen.

Hoogtepunt van het jaar voor mij persoonlijk was de 5-daagse mountainbiketrip naar de Champagnestreek.  Tijdens de winter had ik hard gewerkt om een mooi parcours te vinden en dit, in vergelijking met vorig jaar, nog te verbeteren. Een lange zoektocht om Rijsel veilig te doorkruisen, meer onverharde paden en alles keurig in te tekenen voor de GPS vroeg veel vrije tijd. Het plezier was echter zoveel groter als bleek dat het een zalig parcours was.  De laatste van de 5 dagen had ik dan wel helemaal geen jus meer in de benen maar ik heb genoten van begin tot einde.
Het schitterende weer en de prachtige tracks met soms kilometerslange onverharde stroken zijn genieten geweest.  En daar zal ongetwijfeld de verbeterde conditie mee hebben gespeeld.  We waren met een vrolijke bende van 13 mountainbikevrienden en de sfeer was bijzonder goed.

Na Troyes stelde ik mezelf tot doel om tegen het einde van het jaar 10.000 km te fietsen. En dit betekende dus dat vanaf dan elke kilometer telde (rollen, koersfiets, woon-werk, maar voornamelijk mountainbikekilometers).  Ik hield al alles bij in een excel bestandje en dus zou het niet zo moeilijk zijn om alles te registreren.

Het betekende echter ook dat ik veel alleen op weg was en toegegeven, het is soms wel leuk als je naar het Heuvelland fietst tijdens de week en nauwelijks andere bikers tegenkomt.  Dankzij het ploegenwerk is er voldoende tijd om te rijden.  Op maandag wanneer ik de nachtploeg had, deed ik steeds een trainingsrit van meer dan 100km.  Zodra de kids naar school waren, vertrok ik voor een rustige rit naar alle uithoeken van de Provincie en Noord-Frankrijk.
Eén van die leukste trainingsritten was een tocht naar Avelgem.  Ik heb er toen met volle teugen genoten van de toch wel mooie regio daar, bezaaid met kerkwegels.
Of ook leuk vond ik een trainingsrit op 16 augustus in het Heuvelland.  Aangezien ik op 15 augustus niet aan de marathon van Poperinge kon deelnemen reed ik daags nadien zoveel mogelijk over hetzelfde parcours.  Ik hoefde enkel de stroken te volgen en kon in alle rust genieten en mijn eigen tempo rijden.Uiteindelijk had ik toen ook zo'n 140km.

Halfweg augustus reed ik enkele uren mee met de 24uren van Leke.  Andere clubleden waren met de koersfiets, ikzelf met de mountainbike.  Het ging er soms vrij hard aan toe en met een gemiddelde van zo'n 32km/u wist ik dat de conditie toen best goed zat.
Ik trainde nog wat verder op de weg met het oog op de ploegentijdrit in Pervijze.  Maar bij gebrek aan gegadigden dreigde dit in het water te vallen tot ik anderhalf uur voor de start gevraagd werd aan te sluiten bij een andere groep.
Leuk ! Maar ik had 's morgens al een 80-tal km met de mountainbike afgewerkt.  Uiteindelijk reed ik de tijdrit toch nog vrij vlot mee met de groep aan een 35,5Km/u  gemiddeld.  Ik was de youngster van het ploegje maar die - met alle respect - senioren konden behoorlijk goed stampen.

Enkele weken daarna trokken we met de club naar de Ardennen op weekend.  Het werd een schitterend weekend.  Goed logement, leuke sfeer (met uitzondering van die snurker op zaterdagnacht) en heel mooie parcours die niet super lastig waren, maar toch met het nodige klimwerk.

Dé lastigste tocht van het jaar was voor mij echter de North Sea Challenge. Een mountainbikeritje van De Panne tot Knokke-Zoute op het strand.  Het was mooi weer, maar er stond een stevig noordwester van zo'n 5-6 Beaufort.  De wind continu vlak op de kop en wanneer je op het strand rijdt is even de pedalen stil houden geen optie.  Met krampen tot over mijn oren en goed uitgeput kwam ik op het einde van de dijk in het Zoute aan.  Omdat de clubleden iets te snel reden, zat ik vanaf Nieuwpoort alleen en moest ik alleen beuken tegen de wind. Gelukkig kon ik na 2 halve liters wat rusten in de koffer op de terugweg naar huis.

Dé pechrit van het jaar, was ergens eind november.  Nadat ik een strook op asfalt door schapenstront had moeten laveren reed ik lek langs de IJzer, net voor Stavele. Met de nodige viezigheid moest ik de band proberen herstellen.  Helaas! Noch de fietspomp, noch de bommetjes bleken te werken en ik moest noodgedwongen aan een voettocht van zo'n 18km terug beginnen.  Ik kon helaas niemand bereiken om me te komen oppikken. Dat is nu één nadeel van trainen tijdens de week.

Tegen begin oktober zat ik al aan zo'n 10.000km en dus stelde ik mijn doel bij om 12.500km te fietsen in 2014.  Dit was echter te hoog gegrepen. Ik had geen rekening gehouden met slechter weer, vroeger donker 's avonds.  Medio december moest ik nog 1000km fietsen om dit doel te bereiken.  Onmogelijk dacht ik, maar uren op de rollen rijden, met de nodige verveling en op karakter zorgde ervoor dat ik op 31 december rond een uur of zes 's avonds toch van de fiets kon stappen met 12.500km op de teller.

De laatste weken waren bijzonder saai geweest, maar ik had mijn doel bereikt.  Doelen voor 2015 zijn nog niet vastgelegd.  Ik zie wel hoe het jaar komt en evolueert.  In elk geval voel ik wel dat ik 2015 niet al te super ben begonnen (wellicht wat overtraind).