Afstand: 135 km
Temperatuur: bij start: 22°c, maximum temp. 30°C
Wind: lichte noordenwind na de middag
Na een verkwikkende nachtrust staan we om 8u30
allen vertrekkensklaar. Het eerste gedeelte is
golvend met veel moeilijke onverharde stroken (gras en laveren tussen diepe
traktorsporen). Daarna krijgen we lange onverharde stroken en eindigen doen we
via dreven in open velden en langs een kanaal in Reims.
De rit van gisteren heeft toch al wat gevraagd bij sommigen. De hitte, kasseien en
enkele keren ploeteren door water, zorgt voor een lichte en pijnlijke kont bij
sommigen. Het weer vandaag is net als gisteren goed. Zon een lichte bries in de
rug maar wel warmer dan gisteren. Rond de middag halen we 28°C.
We zullen goed moeten doseren en rantsoeneren van spijs en
drank want er zijn weinig dorpjes met voorzieningen.
Na de start rijden we vrij snel terug op het platteland. Na een goede drie km gaan we een eerste keer
onverhard. Aanvankelijk loopt het vlot,
we draaien rechtsaf en het gaat een eerste keer licht bergop door een
grasstrook. Even verder moeten we over
een brug naar de andere kant van de spoorwegbedding. Op Google Earth was de brug duidelijk zichtbaar. In de
praktijk is er van een brug echter geen sprake. Na wat door te rijden door het lange
gras, moeten we terug. Een kleine omweg
van enkele kilometers. Niemand mort echter en gaat vlotjes terug.
Na vruchteloos een brug te hebben gezocht keren we op onze stappen terug. |
We rijden nu richting Maurois en duiken de velden opnieuw
in. In vergelijking met vorig jaar is het gras hier al gemaaid maar het
gedeelte bergop ligt bezaaid met enkele diepe sporen en plassen. Het gevolg is dat er enkelen moeten
afstappen. Daar gaat ons gemiddelde J.
De onverharde stroken zijn niet de makkelijkst lopende
stroken die je je kunt inbeelden. Vrij smal, bezaaid met bramen en lange
grassen en diepe putten.
De regen van de afgelopen dagen is nog niet helemaal opgedroogd. |
Het is
uitkijken en in een langgerekte rij gaat het verder tot het wel heel charmante
dorpje Saint-Martin-Riviere. Veel stelt
het niet voor maar het is ideaal voor een korte stop. Een klein grasplein, een lindenboom, een
stadhuis en een straat zonder verkeer. Het
is zo één van die typisch kleine Franse vergeten dorpjes. Veel tijd om te
genieten is er echter niet. Reims is
onze eindbestemming en daar moeten we raken. Na enkele kilometers gras en
onverhard komen we terug op een tweevaksweg.
Meteen het teken voor sommigen om de broek af te steken en
de poep te verzorgen met de nodige zalfjes.
Asfalt = tijd om de poep in te smeren. |
Later zou blijken dat meer dan de helft sukkelt met zitvlakproblemen.
Het was wel een komisch zicht.
Kilometerslang rijden we door velden en verlaten paden en net wanneer we
terug op een tweevaksweg komen met auto’s moet de broek af. Is dit dan exhibitionisme??
We hebben nu enkele kilometers asfalt voor de boeg. Licht golvend en bijzonder mooi en
rustig. Een mens zou zich afvragen
waarom hier asfalt ligt. Tussen Vennerolles en Hannapes zit er een kort nijdig
klimmetje van 12%. Op rechts genieten we van een mooi kanaal en algauw duiken we de
velden opnieuw in. Hier krijgen we een
eerste keer een huppelende ree te zien.
Aanvankelijk nog vrij dicht maar al snel loopt ze tussen de gerstvelden
verder. Je zou voor minder op de vlucht
slaan als er 13 racekonijnen op je af komen.
Stilaan rijden we Guise binnen. Tijd om te shoppen, maar niet voor we een
ommetje door het centrum maken. Via Le
familistère de Guise gaat het naar het Marktplein. Le familistère zijn enkele imposante gebouwen
die in de 19de en begin 20ste eeuw onderdak boden aan
arbeiders die vlakbij in de grote fabrieken werkten. Noem het de eerste appartementsblokken maar
dat gebouwd met meer ziel en stijl. De arbeiders noemden de gebouwen ‘le palais
social’, een knipoog naar het imposante paleis van Versailles.
Maar goed terug naar de fiets, maar niet voor we in de
supermarkt onze drankvoorraad en wat knabbelingen aanvullen.
Proviand inslaan in Guise |
Het is nu immers een lange weg tot het
volgende dorp waar we kunnen eten. We
hebben nu een kleine 40km op de teller en na enkele telefoontjes, een sanitaire stop en het
obligate babbeltje met een local kunnen we na een goed half uur pauze terug
vertrekken. We dwarsen de Oise en gaan
links de axe vert de Thièrarche op. Een
lange strook onverhard met eerst een grasstrook en daarna een smal pad door een
dicht bosje. De lokale autoriteiten
deden hier ook hun werk. De grasstrook
werd – in vergelijking met vorig jaar - vervangen door een halfverharding maar
bolt eigenlijk ook niet al te best. Het
pad in het bosje dat volgt is
schitterend met enkele bochtjes maar overwegend is het door een tunnel van
groen waar we rijden. Het is genieten
maar de wortels en hobbels begint iedereen steeds meer te voelen aan de poep.
Schitterend bospad met af en toe single track. |
Het is pas wanneer we terug op het asfalt komen dat we
voelen hoe warm het is geworden tegen het middaguur. Zeker op het asfalt met de wind in de rug en
op een klim is het bijzonder warm. In
elk dorpje is er een korte stop onder de linden om even af te koelen en te
drinken. In Sains-Richaumont moeten we een kerkwegel zien te vinden. Vooraf had ik nog gemaild met de Burgemeester
om te vragen of een doorgang mogelijk was.
Hij bevestigde dat we door konden maar had het pad wel mogen
maaien. Het eerste deel was alweer een
groene tunnel waar we door moesten, maar het tweede liep bergop tussen
grasstoppels.
GPS track overdragen. Even schudden en klaar |
Bij de volgende asfaltstrook kunnen we recupereren bij een vrij
lange afdaling. Meteen daarna volgt een
vrij korte maar vrij stevig klimmetje tot 9% en een uitloper van zo’n 2% vals
plat.
We hebben nu weer enkele kilometers asfalt onder de wielen
in een schitterend open landschap. Velden, velden en nog eens velden en
nauwelijks is er een hoeve of bebouwing te zien.
Het is ondertussen 1 uur in de middag en de zon brandt goed door. Wanneer we even beschut van wind zitten is
het bijzonder warm. Drinken is de
boodschap al moeten we doseren tot het volgende dorp waar we kunnen eten en
drinken.
Na 75km rijden we door een moerasgebied. Geflankeerd door vijvertjes en meren en
genietend van wat schaduw is het genieten.
Het is laveren tussen de met putten bezaaide stroken en ons achterwerk
krijgt het zwaar te verduren. Zeker wanneer we even verder getrakteerd worden
op een stuk waar ze de putten met bouwafval (bakstenen, tegeltjes,…) hebben
opgevuld.
Ik hoor verschillende mensen even vloeken, wat een slechte wegel is dat. Hoog tijd dat we kunnen eten. Gelukkig kunnen we dat in het volgende dorp,
vlakbij de kerk van Liesse-Notre-Dame.
Na 85 km is het eindelijk tijd voor het middagmaal. We rijden de kerk en de bakker voorbij maar
besluiten toch om ergens anders te gaan eten.
We keren even op onze stappen terug.
Groot is de verwondering als we een spandoek aantreffen met een
afbeelding van Steven D. die een pluchen bambihert te grave draagt. Rond de foto staat de tekst ‘laat de herten
los’ en dit terwijl we midden in Frankrijk zijn.
Laat de herten los. |
Op een bankje zitten 2 mensen nogal opvallend verstopt
achter hun krant. Het blijken
Bianca en Björn V. te zijn die ons
verrassen met een extra bevoorrading.
Van een leuk extraatje gesproken.
En het is zeker meer dan welkom. Een frisse cola, wat water bijvullen en
wat rusten. Het heeft moraal om verder
te rijden. Nu begrijpen de clubleden
waarom ik absoluut tot Liesse-notre-Dame wilde verder rijden.
Een leuke verrassing. Twee Belgen langs het parcours. Dank Andy en Bjorn voor het traktaat! |
Na een ruime pauze en een groepsfoto nemen we afscheid van
Bianca en Bjorn. Nog een goede 55km waarbij we nauwelijks nog dorpjes zullen
tegenkomen en heel veel onverhard onder
de wielen krijgen. Bij het verlaten van
het dorp rijden we rond een bijzonder imposante vierkantshoeve een bos in. Er staat een bordje privé maar we besluiten
toch om door te rijden. Sorry voor de eigenaars maar we kennen anders de weg
niet. We vragen de clubleden wel om wat
stilletjes te zijn maar met zo’n bende is dit bijzonder moeilijk. Na een goede kilometer moeten we over netels
en bramen terug naar de weg stappen.
De dreven lijken nu stilaan op die straten van de
Italiaanse voorjaarskoers Strade Bianchi. Goed
bollend, breed en een witte krijtondergrond. Na de stop raken enkelen niet vlot
terug in het ritme en we rijden dan ook wat trager om de groep samen te houden.
Na 93 km komen we in Saint-Erme, dit is de plaats waar Koen
Bolle ons vorig jaar kwam redden met een reservebuitenband. In totaal hebben we over de 2 dagen al meer
dan 350km gereden met 13 mensen zonder ook maar één lekke band. Een succes en hopelijk houden we het zo.
We rijden even naast de autosnelweg en dan naar Amifontaine.
Vanaf hier moeten we een 8-tal km vlak naast een spoorlijn rijden. Ook hier lijken we weer weg van de beschaafde
wereld. Nergens nog een huis te
bespeuren. Enkel de sporen tonen dat er hier leven is. Aanvankelijk bolt de
strook goed maar naarmate we vorderen wordt het steeds smaller en krijgen we
een lastige single track voorgeschoteld met laaghangende takken, bramen en lang
gras. Het tempo gaat er helemaal uit
maar het blijft een mooi pad. Gelukkig
kunnen we even verder genieten van een afdaling over een pad met
steentjes. Bij het verlaten van het
onverhard is het dan zover. Een eerste
lekke band voor Koen B.
Het scheurtje in de buitenband is vrij groot en ook al
hebben we reserve buitenbanden mee, toevallig hebben we er van deze wielmaat geen
mee. Gelukkig kunnen we met wat plakwerk
de band stoppen en verder rijden.
Eerste lekke band na meer dan 300 km. |
Het is nu uitkijken naar het kanaal van de Aisne naar de
Marne dat ons naar Reims brengt. Een
cafeetje aan de overkant van het kanaal lonkt maar de parcoursbouwer draait net
voor het kanaal linksaf voor nog eens onverhard.
En jawel nog geen 500m verder rijdt Andy V. lek. 2 lekke banden in 10 kilometer tijd. We
besluiten met een 6-tal rustig verder te rijden langs het asfalt. De anderen kunnen dan na het repareren van de
band eens goed doortrekken.
Na een kleine kilometer kanaal hebben we alweer niet langer
asfalt onder de wielen. Een schitterende
single track. Een smal spoor van
nauwelijks 20 cm breed vlak naast het water en tussen bomen. Het is genieten van zo’n paden en daar kunnen we bij ons alleen maar dromen.
We rijden terug het asfalt op en het wordt steeds drukker op
ons pad. Fietsers en mooie fietsters (wat wil je na 2 dagen weg van huis), joggers
en wandelaars. Reims kan nu echt niet
ver meer zijn. Aan de linkerkant van het kanaal zien we plots de kathedraal van
Reims opduiken. Een snelle kijk op de
GPS. Nog 3 km. Voor sommigen is het ver
genoeg.
Via een trap moeten we het kanaal oversteken. We wachten tot
ook de andere groep komt aansluiten en rijden dan naar ons hotel aan het
station van Reims. Om 18u en na 135km is
de douche meer dan welkom.
Onze fietsen kunnen we parkeren in de ontbijtruimte. ’s Avonds gaan we eten in het levendige
centrum en na een glaasje Champagne en wat wijn is het hoogtijd om te gaan
slapen. Klaar voor dag 3.
In Reims is Champagne nu eenmaal een verplichting |
Een toast op onze 'geheime' bevoorrading van vandaag |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten