dinsdag 15 juli 2014

Dag 2: van een leuke verrassing gesproken

Planning: Caudry - Reims
Afstand: 135 km
Temperatuur: bij start: 22°c, maximum temp. 30°C
Wind: lichte noordenwind na de middag




Na een verkwikkende nachtrust staan we om 8u30 allen vertrekkensklaar.  Het eerste gedeelte is golvend met veel moeilijke onverharde stroken (gras en laveren tussen diepe traktorsporen). Daarna krijgen we lange onverharde stroken en eindigen doen we via dreven in open velden en langs een kanaal in Reims.

De rit van gisteren heeft toch al wat gevraagd bij sommigen.  De hitte, kasseien en enkele keren ploeteren door water, zorgt voor een lichte en pijnlijke kont bij sommigen. Het weer vandaag is net als gisteren goed. Zon een lichte bries in de rug maar wel warmer dan gisteren. Rond de middag halen we 28°C. 
We zullen goed moeten doseren en rantsoeneren van spijs en drank want er zijn weinig dorpjes met voorzieningen.  

Na de start rijden we vrij snel terug op het platteland.  Na een goede drie km gaan we een eerste keer onverhard.  Aanvankelijk loopt het vlot, we draaien rechtsaf en het gaat een eerste keer licht bergop door een grasstrook.  Even verder moeten we over een brug naar de andere kant van de spoorwegbedding.  Op Google Earth was de brug duidelijk zichtbaar. In de praktijk is er van een brug echter geen sprake. Na wat door te rijden door het lange gras, moeten we terug.  Een kleine omweg van enkele kilometers. Niemand mort echter en gaat vlotjes terug. 
Na vruchteloos een brug te hebben gezocht keren we op onze stappen terug.

We rijden nu richting Maurois en duiken de velden opnieuw in. In vergelijking met vorig jaar is het gras hier al gemaaid maar het gedeelte bergop ligt bezaaid met enkele diepe sporen en plassen.  Het gevolg is dat er enkelen moeten afstappen.  Daar gaat ons gemiddelde J. 
De onverharde stroken zijn niet de makkelijkst lopende stroken die je je kunt inbeelden. Vrij smal, bezaaid met bramen en lange grassen en diepe putten.   

De regen van de afgelopen dagen is nog niet helemaal opgedroogd.
Het is uitkijken en in een langgerekte rij gaat het verder tot het wel heel charmante dorpje Saint-Martin-Riviere.  Veel stelt het niet voor maar het is ideaal voor een korte stop.  Een klein grasplein, een lindenboom, een stadhuis en een straat zonder verkeer.  Het is zo één van die typisch kleine Franse vergeten dorpjes. Veel tijd om te genieten is er echter niet.  Reims is onze eindbestemming en daar moeten we raken. Na enkele kilometers gras en onverhard komen we terug op een tweevaksweg.
Meteen het teken voor sommigen om de broek af te steken en de poep te verzorgen met de nodige zalfjes.  


Asfalt = tijd om de poep in te smeren.
 Later zou blijken dat meer dan de helft sukkelt met zitvlakproblemen. Het was wel een komisch zicht.  Kilometerslang rijden we door velden en verlaten paden en net wanneer we terug op een tweevaksweg komen met auto’s moet de broek af.  Is dit dan exhibitionisme??
We hebben nu enkele kilometers asfalt voor de boeg.  Licht golvend en bijzonder mooi en rustig.  Een mens zou zich afvragen waarom hier asfalt ligt. Tussen Vennerolles en Hannapes zit er een kort nijdig klimmetje van 12%. Op rechts genieten we van een mooi kanaal en algauw duiken we de velden opnieuw in.  Hier krijgen we een eerste keer een huppelende ree te zien.  Aanvankelijk nog vrij dicht maar al snel loopt ze tussen de gerstvelden verder.  Je zou voor minder op de vlucht slaan als er 13 racekonijnen op je af komen.
Stilaan rijden we Guise binnen.  Tijd om te shoppen, maar niet voor we een ommetje door het centrum maken.  Via Le familistère de Guise gaat het naar het Marktplein.  Le familistère zijn enkele imposante gebouwen die in de 19de en begin 20ste eeuw onderdak boden aan arbeiders die vlakbij in de grote fabrieken werkten.  Noem het de eerste appartementsblokken maar dat gebouwd met meer ziel en stijl. De arbeiders noemden de gebouwen ‘le palais social’, een knipoog naar het imposante paleis van Versailles.
Maar goed terug naar de fiets, maar niet voor we in de supermarkt onze drankvoorraad en wat knabbelingen aanvullen.   

Proviand inslaan in Guise
Het is nu immers een lange weg tot het volgende dorp waar we kunnen eten.  We hebben nu een kleine 40km op de teller en na enkele telefoontjes, een sanitaire stop en het obligate babbeltje met een local kunnen we na een goed half uur pauze terug vertrekken.  We dwarsen de Oise en gaan links de axe vert de Thièrarche op.  Een lange strook onverhard met eerst een grasstrook en daarna een smal pad door een dicht bosje.  De lokale autoriteiten deden hier ook hun werk.   De grasstrook werd – in vergelijking met vorig jaar - vervangen door een halfverharding maar bolt eigenlijk ook niet al te best.  Het pad in het bosje dat volgt  is schitterend met enkele bochtjes maar overwegend is het door een tunnel van groen waar we rijden.  Het is genieten maar de wortels en hobbels begint iedereen steeds meer te voelen aan de poep.
Schitterend bospad met af en toe single track. 

Het is pas wanneer we terug op het asfalt komen dat we voelen hoe warm het is geworden tegen het middaguur.  Zeker op het asfalt met de wind in de rug en op een klim is het bijzonder warm.  In elk dorpje is er een korte stop onder de linden om even af te koelen en te drinken. In Sains-Richaumont moeten we een kerkwegel zien te vinden.  Vooraf had ik nog gemaild met de Burgemeester om te vragen of een doorgang mogelijk was.  Hij bevestigde dat we door konden maar had het pad wel mogen maaien.  Het eerste deel was alweer een groene tunnel waar we door moesten, maar het tweede liep bergop tussen grasstoppels.
GPS track overdragen. Even schudden en klaar

Bij de volgende asfaltstrook kunnen we recupereren bij een vrij lange afdaling.  Meteen daarna volgt een vrij korte maar vrij stevig klimmetje tot 9% en een uitloper van zo’n 2% vals plat.
We hebben nu weer enkele kilometers asfalt onder de wielen in een schitterend open landschap. Velden, velden en nog eens velden en nauwelijks is er een hoeve of bebouwing te zien.
Het is ondertussen 1 uur in de middag en de zon brandt goed door.  Wanneer we even beschut van wind zitten is het bijzonder warm.  Drinken is de boodschap al moeten we doseren tot het volgende dorp waar we kunnen eten en drinken.
Na 75km rijden we door een moerasgebied.  Geflankeerd door vijvertjes en meren en genietend van wat schaduw is het genieten.  Het is laveren tussen de met putten bezaaide stroken en ons achterwerk krijgt het zwaar te verduren. Zeker wanneer we even verder getrakteerd worden op een stuk waar ze de putten met bouwafval (bakstenen, tegeltjes,…) hebben opgevuld. 
Ik hoor verschillende mensen even vloeken, wat een slechte wegel is dat.  Hoog tijd dat we kunnen eten.  Gelukkig kunnen we dat in het volgende dorp, vlakbij de kerk van Liesse-Notre-Dame.
Na 85 km is het eindelijk tijd voor het middagmaal.  We rijden de kerk en de bakker voorbij maar besluiten toch om ergens anders te gaan eten.  We keren even op onze stappen terug.  Groot is de verwondering als we een spandoek aantreffen met een afbeelding van Steven D. die een pluchen bambihert te grave draagt.  Rond de foto staat de tekst ‘laat de herten los’ en dit terwijl we midden in Frankrijk zijn.
Laat de herten los.

Op een bankje zitten 2 mensen nogal opvallend verstopt achter hun krant.  Het blijken Bianca  en Björn V. te zijn die ons verrassen met een extra bevoorrading.  Van een leuk extraatje gesproken.   En het is zeker meer dan welkom. Een frisse cola, wat water bijvullen en wat rusten.  Het heeft moraal om verder te rijden.  Nu begrijpen de clubleden waarom ik absoluut tot Liesse-notre-Dame wilde verder rijden.  
Een leuke verrassing. Twee Belgen langs het parcours. Dank Andy en Bjorn voor het traktaat!
 
Groepsfoto bij 32°C. Nog 55 km lang afzien.
Na een ruime pauze en een groepsfoto nemen we afscheid van Bianca en Bjorn. Nog een goede 55km waarbij we nauwelijks nog dorpjes zullen tegenkomen en heel veel  onverhard onder de wielen krijgen.  Bij het verlaten van het dorp rijden we rond een bijzonder imposante vierkantshoeve een bos in.  Er staat een bordje privé maar we besluiten toch om door te rijden. Sorry voor de eigenaars maar we kennen anders de weg niet.  We vragen de clubleden wel om wat stilletjes te zijn maar met zo’n bende is dit bijzonder moeilijk.  Na een goede kilometer moeten we over netels en bramen terug naar de weg stappen.
De dreven lijken nu stilaan op die straten van de Italiaanse voorjaarskoers Strade Bianchi.  Goed bollend, breed en een witte krijtondergrond. Na de stop raken enkelen niet vlot terug in het ritme en we rijden dan ook wat trager om de groep samen te houden.
Na 93 km komen we in Saint-Erme, dit is de plaats waar Koen Bolle ons vorig jaar kwam redden met een reservebuitenband.   In totaal hebben we over de 2 dagen al meer dan 350km gereden met 13 mensen zonder ook maar één lekke band.  Een succes en hopelijk houden we het zo.

We rijden even naast de autosnelweg en dan naar Amifontaine. Vanaf hier moeten we een 8-tal km vlak naast een spoorlijn rijden.  Ook hier lijken we weer weg van de beschaafde wereld.  Nergens nog een huis te bespeuren. Enkel de sporen tonen dat er hier leven is. Aanvankelijk bolt de strook goed maar naarmate we vorderen wordt het steeds smaller en krijgen we een lastige single track voorgeschoteld met laaghangende takken, bramen en lang gras.  Het tempo gaat er helemaal uit maar het blijft een mooi pad.  Gelukkig kunnen we even verder genieten van een afdaling over een pad met steentjes.  Bij het verlaten van het onverhard is het dan zover.  Een eerste lekke band voor Koen B. 
Het scheurtje in de buitenband is vrij groot en ook al hebben we reserve buitenbanden mee, toevallig hebben we er van deze wielmaat geen mee.  Gelukkig kunnen we met wat plakwerk de band stoppen en verder rijden.  
Eerste lekke band na meer dan 300 km.

Het is nu uitkijken naar het kanaal van de Aisne naar de Marne dat ons naar Reims brengt.  Een cafeetje aan de overkant van het kanaal lonkt maar de parcoursbouwer draait net voor het kanaal linksaf voor nog eens onverhard. 
En jawel nog geen 500m verder rijdt Andy V. lek.  2 lekke banden in 10 kilometer tijd. We besluiten met een 6-tal rustig verder te rijden langs het asfalt.  De anderen kunnen dan na het repareren van de band eens goed doortrekken.
Na een kleine kilometer kanaal hebben we alweer niet langer asfalt onder de wielen.  Een schitterende single track.  Een smal spoor van nauwelijks 20 cm breed vlak naast het water en tussen bomen.  Het is genieten van zo’n paden en daar  kunnen we bij ons alleen maar dromen.
We rijden terug het asfalt op en het wordt steeds drukker op ons pad.  Fietsers en mooie fietsters (wat wil je na 2 dagen weg van huis), joggers en wandelaars.  Reims kan nu echt niet ver meer zijn. Aan de linkerkant van het kanaal zien we plots de kathedraal van Reims opduiken.  Een snelle kijk op de GPS. Nog 3 km.  Voor sommigen is het ver genoeg.
Via een trap moeten we het kanaal oversteken. We wachten tot ook de andere groep komt aansluiten en rijden dan naar ons hotel aan het station van Reims.  Om 18u en na 135km is de douche meer dan welkom.
Onze fietsen kunnen we parkeren in de ontbijtruimte.  ’s Avonds gaan we eten in het levendige centrum en na een glaasje Champagne en wat wijn is het hoogtijd om te gaan slapen.  Klaar voor dag 3.
In Reims is Champagne nu eenmaal een verplichting
Een toast op onze 'geheime' bevoorrading van vandaag

Geen opmerkingen:

Een reactie posten