woensdag 18 januari 2012

De heuveltjes van Erika

Of ze nu verwijzen naar een dame van de bediening of die ene heuvel waarop Klerken gebouwd is weet ik niet. Vast staat in elk geval dat de toertocht in Klerken er niet meteen ééntje is waar ik naar uit kijk. Er zitten altijd enkele akkerstroken in en het is een lastig parcours. Het was ook hier dat ik drie jaar terug amper nog aan 14 km/u kon rijden op het asfalt, zo uitgeput was ik. Achteraf zou blijken dat mijn schildklier veel te traag werkte.
Maar goed zondagmorgen vertrok ik vrij vroeg richting Klerken. Omdat ik echt wel kamp met een grote trainingsachterstand besloot ik om nog wat extra km's af te malen. Eerst ging ik naar Boezinge om dan via Bikschote, Jonkershove naar Klerken te gaan.
Nog voor de toertocht moest beginnen stond ik al met 27 km's op de teller. Het was best druk daar en ook de Westhoekmountainbikeclub was bijzonder ruim aanwezig. Zou het te maken hebben gehad met de nominaties voor de Flandrien die in de namiddag plaats vonden?
De start was meteen een klein beetje klimmen en dalen in het dorp om dan via een onverharde strook bergop door een akker te rijden. Mijn hartslag ging meteen de hoogte in en ik koos ervoor mijn eigen tempo te rijden.
Ik hield de groep wel in het vizier maar het gaatje dichtrijden wou ik niet doen. Ik dacht dat ik als laatste reed maar in de verte zag ik nog een 4-tal Bolles opduiken. Het was fris maar gelukkig konden we ons verwarmen aan enkele mooie private passages door serres, weilanden,... Aan de bevoorrading in Houthulst zag ik de bende staan maar ik besloot door te rijden om geen kou te krijgen.
Helaas reed ik nog verkeerd (anderen gevolgd en niet naar pijltjes gekeken). De benen zaten vrij goed maar mijn hartslag bleef vrij hoog en er kwamen nu lange onverharde stroken aan. Ik denk dat we op 20km zeker 14 km offroad hadden.
Het had gevroren en hier en daar was het glad en dat heb ik geweten. In een flauwe bocht schoof mijn achterwiel weg en ik lag tegen dek. Het eerste moment had ik geen pijn maar hoe verder ik reed hoe meer pijn ik in mijn duim kreeg. Hoe langer de tocht duurde hoe moeilijker het werd om mijn stuur vast te houden.
Aan de tweede bevoorrading reed ik door maar de pijn werd ondraaglijk, zeker op de hobbelige stroken. En ja, ik beken; ik heb één onverharde strook overgelaten.
Op het einde werden we nog verrast met een jenevertje. In de zaal was het druk en dus snel een cola gedronken en met de fiets terug naar huis.
En zo stond ik terug thuis met 75 km op de teller.
En nu wordt het uitkijken naar de memorial Luc Coupillie van zondag beter gekend als Beerst-Duinkerke-Beerst. Zoek deze niet op de kalender, het is een gezamenlijke clubtocht door duinen en op het strand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten