De laatste dag, is niet te onderschatten. Vooral de laatste
35km zijn lastig. En wanneer de wind waait uit het zuiden, zouden het wel lange
kilometers kunnen worden. Zoals je kunt zien uit bovenstaande grafiek zit het
venijn absoluut in de staart. Twee
serieuze kuitenbijters, onverhard. Maar eigenlijk liggen er tussenin ook nog
enkele pareltjes.
Starten doen we uit het centrum van Reims. We rijden terug naar het kanaal dat de Seine
en de Marne met elkaar verbindt. Eerst
krijgen we 25km kanaal. We starten met
heel goed lopend asfalt, tussen de autosnelweg en het kanaal. Maar na enkele
kilometer wordt het rustiger. Hier en daar nog een bedrijfsgebouw, maar daarna
rust. Het asfalt verandert in gravel,
gaat over in een grasstrook en wisselt daarna nog met enkele aardewegen. Hoe verder we rijden, hoe meer groen we
zullen zien. Op het einde wordt het wel
even zoeken naar een pad langs het kanaal in een bosje.
Na goed 20km worden we geconfronteerd met een staaltje
bouwkunst. Het kanaal verdwijnt in een lange tunnel onder de grond en dit voor
een goede 3 km.
Wij klimmen naar boven en moeten daarna een gevaarlijke
verkeersader kruisen. Een route
nationale, een TGV-lijn en een autosnelweg. Eens we dit voorbij zijn keert de
rust terug en dit voor de rest van de dag!
Na vijf kilometer komen we aan de uitgang van het
kanaal. Vorig jaar kregen we daarna een
lastige grasstrook. Normaal kunnen we hier aan de andere kant van de oever
rijden door een bebost pad. Als ik locals mag geloven is dit beter berijdbaar.
In het dorpje Isse (dat is zo’n 4 km voor Condé sur Marne) verlaten we voorgoed
het kanaal en rijden we via een onverhard pad
naar AIgny en Aulnay sur Marne (na 42 km). Vorig jaar moesten we dit
gebied omzeilen omwille van overstromingen. Hopelijk lukt het dit jaar wel.
Wat volgt zijn open velden waar we asfalt afwisselen met
onverhard. Het duurt tot km 60 eer we nog een klein dorp tegen komen. Het is
een heel open gebied in een grote vallei, geprangd tussen de Montagne de Reims
en de laatste uitlopers van de Franse Ardennen.
De wind heeft hier dus vrij spel en kan hier aardig blazen. Hopelijk voor ons in de rug. In de verte duiken windmolens op. Later passeren we er vlakbij. Onderstaande
foto’s maken duidelijk wat we gedurende 20 km mogen verwachten en dit tot aan
het dorp Chantrix-Bierges.
Na
Chaintrix-Bierges gaat het naar Pierre-Morains. 10km lang opnieuw door de
velden. Als ik het goed voor heb worden
dit 10km lichtjes vals plat. We stijgen
immers zo’n 80m.
Bij
het uitrijden van Chaintrix volgen we een lange bomenrij die ons hopelijk
beschut tegen de wind. Via Trecon gaat het naar Pierre-Morains en Morain
(75km). Vanaf nu gaat in rechte lijn
zuidwaarts tot in Troyes. Laat ons dus hopen op een goede noordenwind.
Even
voorbij Morains pikken we in op het parcours dat vorig jaar gevolgd werd. Een
lange grasstrook naast een spoor (weliswaar iets korter dan vorig jaar) en dit
tot bijna in Fère-Champenoise na 82km.
Fère-Champenoise is het laatste dorp van betekenis voor we in Troyes aankomen. Er is een supermarkt (opgenomen in parcours, een pita bar en een bar pmu tabac). Sla hier dus zeker je allerlaatste voorraad in, voor het laatste stuk.
Fère-Champenoise is het laatste dorp van betekenis voor we in Troyes aankomen. Er is een supermarkt (opgenomen in parcours, een pita bar en een bar pmu tabac). Sla hier dus zeker je allerlaatste voorraad in, voor het laatste stuk.
Na
Fère-Champenoise krijgen we een goede 10km asfalt. Ideaal om terug in het ritme
te komen. Al gaat het wel wat bergop in
het begin. Twee klimmen aan een stijgingspercentage van zo’n 4%. Gelukkig is er
een afdaling tot Gougançon na 90km. De afdaling is lichtjes en lang. Ideaal om
op adem te komen, voor wat volgen gaat. We rijden ook het departement de Aube
binnen. Meteen het departement van onze
eindbestemming.
Na
95km duiken we terug het veld in. Het
worden lange, goed lopende onverharde stroken in open velden. We passeren vlak
naast enkele windmolens en rijden tussen koolzaadvelden. Het gaat nu overwegend in licht dalende lijn
naar de vallei van de Cure tot in Bessy (na 108km).
Daarna
hebben we een vlakke passage voor enkele kilometers en bij het dwarsen van een
departemental gaan we terug het veld in. Een lange licht hellende grasstrook
wacht nu op ons.
Daarna
krijgen we terug een12-tal km asfalt. Eerst een afdaling en dan terug licht
golvend tussen de cannabisvelden tot we uiteindelijk na 124 km in het laatste dorp voor Troyes
aankomen. We hebben de laatste
kilometers al goed geklommen, maar het echte werk begint nu.
We
duiken de Voie de Troyes in. 12 km onverhard in een pad bezaaid met enkele
keien, slagen en prachtige uitzichten.
Er moet helaas ook geklommen worden. Zeven maal in totaal, met twee
echte kuitenbijters, met pieken tot 14%.
Save the best for last noemen ze dat!
Plots
duikt voor ons Troyes op. We zijn er dan
echter nog niet. De laatste onverhard is
lastig met veel keien. Via het
industrieterrein rijden we dan het historische centrum van Troyes binnen. Nog 10 km, maar eerst nog een pintje in de
stad.
Het
uitrijden van Troyes doen we langs fietspaden en residentiële wijken tot we
uiteindelijk na 148 km aankomen bij Peter en Heidi in Champagne Residence Pierre. Klaar voor nog twee dagen lokaal mountainbikeplezier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten